Appeasement Does Not Build Bridges; It Undermines Dignity: A Dangerous Precedent at the Concertgebouw — Appeasement bouwt geen bruggen; het tast de waardigheid aan: Een gevaarlijk precedent in het Concertgebouw - Eliyahu Sapir en Amanda Kluveld

Gepubliceerd op 13 november 2025 om 21:20

(For English scroll below)

De wijze waarop het Koninklijk Concertgebouw met het Chanoekaconcert van dit jaar is omgegaan, markeert een zorgwekkend moment voor het Nederlandse culturele leven en voor de geloofwaardigheid van liberale waarden in heel Europa. .

Eerder deze maand annuleerde het Concertgebouw abrupt zijn jaarlijkse Chanoekaconcert nadat er bezwaren rezen tegen de deelname van cantor Shai Abramson, de hoofdcantor van het Israëlische leger (IDF) en een wereldberoemde zanger van Joodse liturgische muziek. Abramson is geen politieke afgezant, maar een religieuze kunstenaar die is uitgenodigd vanwege zijn stem en spirituele status. Toch werd zijn Israëlische connectie als te "een splijtzwam" beschouwd voor de belangrijkste concertzaal van Amsterdam.

De instelling veranderde later van koers, maar slechts gedeeltelijk. In plaats van het oorspronkelijke evenement zal er nu een openbaar concert zijn zonder de cantor, en twee privé-optredens met hem, onttrokken aan het publieke zicht. Een Joods feest, gewijd aan licht en veerkracht, is dus in tweeën gesplitst: de ene helft wordt aanvaardbaar geacht voor openbare consumptie, de andere beperkt tot privacy. Dit is geen verzoening; het is segregatie door symboliek.

Dubbele Standaard

Het besluit, en het zogenaamde "compromis" dat daarop volgde, onthullen een diepe dubbele standaard. Naties, verwikkeld in oorlogen of bezettingen, Rusland, Turkije, China en zelfs de Verenigde Staten, worden zelden of nooit onderworpen aan politieke screening. Toen het Mariinsky Orkest in 2022 in Amsterdam optrad ondanks zijn banden met Russische staatsinstellingen, eiste het Concertgebouw niet dat de dirigent afstand nam van zijn regering. Echter, wanneer een Joodse religieuze zanger verbonden is met Israël, wordt zijn aanwezigheid een kwestie van sociale onrust.

Die asymmetrie zou iedereen die in gelijke behandeling gelooft moeten verontrusten. Het impliceert dat de Joodse en Israëlische identiteit zelf voorwaardelijk zijn en alleen aanvaardbaar zijn als ze van publieke zichtbaarheid worden ontdaan. Dit is geen optreden dat getuigt van evenwichtigheid of gevoeligheid. Het is een daad van uitsluiting, beleefd toegediend.

Angst

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de leiding van het Concertgebouw misschien werd gedreven door angst: angst voor demonstraties, angst om mecenassen van zich te vervreemden, angst voor politieke polarisatie. Maar angst is een slecht moreel kompas. Instellingen verdienen hun gezag niet door controverse uit de weg te gaan, maar door principes hoog te houden precies wanneer het hen het meest ongelegen uitkomt.

Appeasement

Even zorgwekkend is de reactie vanuit deels de leiding van de Joodse gemeenschap. In plaats van de discriminatie duidelijk te veroordelen, heetten sommigen van hen de uitkomst "constructief" en "positief". Hoe goed bedoeld ook, een dergelijke aanpassing legitimeert de evidente opzet die de Joodse expressie in de eerste plaats marginaliseerde. Een dergelijke reactie communiceert dat discriminatie tolerabel is als deze beschaafd wordt uitgevoerd en wordt gevolgd door gebaren van goede wil. Appeasement bouwt geen bruggen; het tast de waardigheid aan.

Irrelevant en Smakeloos

Naarmate de kritiek toenam, dwaalde het gesprek af naar een afleiding, het oorlogsverleden van de grootvader van de directeur van het Concertgebouw, die ooit een Joodse professor had ontslagen tijdens de Duitse bezetting. Dit beroep op de familiale afkomst van de directeur is irrelevant en onsmakelijk. Het gaat er niet om wat iemands familielid tientallen jaren geleden heeft gedaan, maar om wat de instelling nu heeft gekozen om te doen. Het inroepen van overgeërfde schuld als een schild tegen de huidige verantwoordelijkheid bagatelliseert zowel de geschiedenis als de ethiek.

Normalisering

Het diepere probleem is wat deze episode normaliseert. Wanneer culturele instellingen de Joodse participatie beginnen af te stemmen op het comfortniveau van de veronderstelde meerderheid - in feite een vocale minderheid- , legitimeren ze wederom een oud en gevaarlijk idee: dat Joodse zichtbaarheid in het openbare leven voorwaardelijk is, iets waarover moet worden onderhandeld. De Joodse gemeenschap kan dergelijke onderhandelingen evenwel nooit winnen en moet ze ook nooit aangaan. Een democratie die niet hetzelfde onvoorwaardelijke respect kan tonen voor Joodse expressie als voor welke andere groep dan ook, ondermijnt haar eigen morele fundamenten.

Het Concertgebouw kreeg de kans om dat principe te bevestigen, om te verklaren dat alle mensen, ongeacht hun afkomst, een gelijke positie verdienen op het culturele toneel van het land. In plaats daarvan gaf het toe aan de druk en noemde het resultaat vrede.

De geschiedenis herhaalt zich zelden helemaal, maar rijmt vaak wel. Uitsluiting begint zelden met geweld; het begint met kleine aanpassingen aan vooroordelen, verpakt in de taal van voorzichtigheid en beleefdheid. Dat is precies waarom dit moment ertoe doet.

Joodse cultuur in de publieke sfeer vereist geen verontschuldiging, geen compromis en geen toestemming.

 

Vertaald uit het Engels

 

ENGLISH

 

Appeasement Does Not Build Bridges; It Undermines Dignity: A Dangerous Precedent at the Concertgebouw 

The Royal Concertgebouw’s handling of this year’s Chanukah concert marks a troubling moment for Dutch cultural life, and for the credibility of liberal values across Europe.

Earlier this month, the Concertgebouw abruptly cancelled its annual Chanukah concert after objections arose to the participation of Cantor Shai Abramson, the chief cantor of the Israel Defense Forces and a world-renowned singer of Jewish liturgical music. Abramson is not a political emissary but a religious artist invited for his voice and spiritual stature. Yet his Israeli affiliation was deemed too “divisive” for Amsterdam’s premier concert hall.

The institution later reversed course, but only partially. In place of the original event, there will now be a public concert without the cantor, and two private ceremonies with him, hidden from public view. A holiday devoted to light and resilience has thus been split in two: one half deemed acceptable for public consumption, the other confined to privacy. This is not reconciliation; it is segregation through symbolism.

Double Standard

The decision, and the so-called “compromise” that followed, reveal a deep double standard. Performers from nations engaged in wars or occupations, Russia, Turkey, China, even the United States, are rarely, if ever, subjected to political screening. When the Mariinsky Orchestra performed in Amsterdam in 2022 despite its ties to Russian state institutions, the Concertgebouw did not require its conductor to distance himself from his government. Yet when a Jewish religious singer is connected to Israel, his presence becomes a matter of social unrest.

That asymmetry should trouble anyone who believes in equal treatment. It implies that Jewish and Israeli identity itself are conditional, acceptable only when stripped of public visibility. This is not an act of balance or sensitivity. It is an act of exclusion, politely administered.

Fear

To be fair, the Concertgebouw’s leadership may have been motivated by fear: fear of demonstrations, fear of alienating patrons, fear of political polarization. But fear is a poor moral compass. Institutions earn their authority not by avoiding controversy but by upholding principle precisely when it is most inconvenient.

Appeasement

Equally concerning is the response from parts of the Jewish communal leadership. Instead of condemning the discrimination clearly, a some of them framed the outcome as “constructive” and “positive.” However well-intentioned, such accommodation legitimizes the very logic that marginalized Jewish expression in the first place. It communicates that discrimination is tolerable if conducted with civility and followed by gestures of goodwill. Appeasement does not build bridges; it erodes dignity.

Irrelevant and Distasteful

As criticism mounted, the conversation drifted to a distraction, the wartime record of the Concertgebouw director’s grandfather, who had once dismissed a Jewish professor during the Nazi occupation. This invocation of ancestry is irrelevant and distasteful. The issue is not what someone’s relative did decades ago, but what the institution has chosen to do now. Invoking inherited guilt as a shield against present accountability trivializes both history and ethics.

Normalisation

The deeper problem is what this episode normalizes. When cultural institutions begin calibrating Jewish participation to the comfort level of the imagined majority, - in fact a vocal minority-  they re-legitimize an old and dangerous idea: that Jewish visibility in public life is conditional, something to be negotiated. Yet the Jewish community can never win such negotiations, and it must never enter into them. A democracy that cannot extend the same unqualified respect to Jewish expression as to any other group undermines its own moral foundations.

The Concertgebouw had a chance to affirm that principle, to declare that all people, regardless of origin, deserve equal standing on the nation’s cultural stage. Instead, it yielded to pressure and called the result peace.

History rarely repeats itself outright, but it often rhymes. Exclusion seldom begins with violence; it begins with small accommodations to prejudice, wrapped in the language of prudence and civility. That is precisely why this moment matters.

Jewish culture in the public sphere requires no apology, no compromise, and no permission.

 

More from Eliyahu Sapir: 

https://www.antisemitismenieuws.nl/zoeken?q=sapir

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.