Gregory Langsner of the Union des Étudiants Juifs de Belgique ASBL speaks at the conference: Anti-Semitism and Israel demonization on European Campuses European Parliament – November 11, 2025.

Gepubliceerd op 17 november 2025 om 10:53

Editor’s Note: The following text was delivered by Gregory Langsner, Secretary General of the Union of Jewish Students in Belgium (UEJB), during a panel in Brussels chaired by Holocaust scholar Dr. Amanda Kluveld (Maastricht University). This panel, focused on the voices of (Jewish) students on European campuses, took place as part of an international conference on 11 November 2025 at the European Parliament. The conference was organized by The Belgian Friends of Israel and the Simon Wiesenthal Center. The editors wish to express their sincere gratitude to Gregory Langsner for making his highly informative and powerful contribution available to this website. For Dutch see below the document.

Read also Bar Harel another conference participant

Noot redactie: Onderstaande tekst sprak Gregory Langsner, secretaris-generaal van de Unie van Joodse studenten in België (UEJB), uit tijdens een panel in Brussel onder leiding van Shoa-onderzoekster prof. dr. Amanda Kluveld (Universiteit Maastricht). Dit panel over de stemmen van (Joodse) studenten op Europese campussen vond plaats in het kader van een internationale conferentie op 11 november 2025 in het Europees Parlement. Voor de organisatie van de conferentie tekenden The Belgian Friends of Israel en het Simon Wiesenthal Center. De redactie dankt Gregory Langsner hartelijk voor het beschikbaar stellen van zijn zeer informatieve, krachtige bijdrage aan deze website.

Antisemitisme en de demonisering van Israël op Europese Campussen

Europees Parlement – 11 november 2025

Het is een eer om vandaag te spreken over mijn twee jaar van nauwe samenwerking met Joodse studenten in België en Europa. Mijn betrokkenheid bij deze instelling (UEJB) begon in juli 2023. We leefden nog zorgeloos. En het was welhaast ondenkbaar dat drie maanden later ons leven op zo’n drastische manier op zijn kop zou worden gezet.

De Unie van Joodse Studenten van België is sinds 1946 actief in de strijd tegen antisemitisme, het levend houden van de herinnering aan de Holocaust en het bevorderen van de Joodse cultuur. Zij heeft zojuist een van de moeilijkste periodes sinds haar ontstaan doorgemaakt.

7 oktober 2023 – en de menselijke tragedie die daarop volgde – heeft een impact gehad op de Europese Joodse diaspora die nauwelijks te bevatten is.

Graag wil ik van deze gelegenheid gebruikmaken om te schetsen wat studenten in het hart van de Europese hoofdstad hebben meegemaakt.

Onze epische reis op de campus begon echt op 10 oktober 2023. We waren een van de eerste studentenorganisaties die in enkele uren ruim 500 posters ophingen in de straten van Brussel en op verschillende campussen in geheel België. Stel je onze verbazing voor toen een jongen ons toeriep terwijl hij de posters van de muren scheurde: “Er zijn hier geen Joden,”gevolgd door scheldwoorden. Ik kon toen nog nauwelijks vermoeden dat dit slechts het begin was van de donkere periode die zich zou ontvouwen.

Al snel veranderden we van ‘Joden’ in ‘zionisten’; het is immers meer politiek correct om iemand een ‘vuile zionist’ te noemen dan een ‘vuile Jood’.

Zodra deze dynamiek op gang kwam, verslechterde de situatie exponentieel. Op 23 oktober verscheen bij de ingang van de campus de eerste grote slogan,“From the river to the sea, Palestine will be free.” Deze leus, controversieel genoeg, ontkent niet alleen het bestaansrecht van de staat Israël, maar ook dat van zijn zionistische inwoners.

De eerste echte confrontatie vond plaats op 22 november 2023. Die dag deden zich verschillende verontrustende incidenten voor op de universiteitscampus. Tijdens de voorverkoop van tickets voor het bal van de Unie van Belgische Joodse Studenten (UEJB) werden twee studenten verbaal aangevallen en geconfronteerd met antisemitische opmerkingen, beledigingen zoals: “Waar jullie ook zijn, veroorzaken jullie problemen” en“Ik zeg ‘jullie’ wanneer ik over Israël praat, want jullie zijn allemaal hetzelfde.” Diezelfde dag werden tijdens studentenprotesten door sommigen uitspraken gedaan die geweld en terrorisme legitimeerden.

We hoorden statements als: “Waarom gijzelaars nemen? Het is slechts een gevolg van de barbarij die de Israëlische staat al decennia pleegt,” of “Als vreedzaam verzet niet langer mogelijk is, moeten andere middelen worden ingezet.”

Deze uitspraken komen neer op het rechtvaardigen van gijzelnemingen, het goedkeuren van terrorisme en het presenteren van Hamas als een verzetsbeweging.

Enkele dagen later werden op de campus pamfletten verspreid die rechtstreeks de UEJB en Joodse studenten viseerden. Ze beweerden dat onze standpunten fout waren, dat we burgerslachtoffers negeerden en dat wij een ‘koloniale’ positie innamen. Deze pamfletten richtten hun beschuldigingen direct op Joodse studenten. Van de academische autoriteiten volgde geen reactie op deze actie – een stilte die deed denken aan de donkerste momenten van de geschiedenis.

Dit brengt ons bij de lente van 2024. In april organiseerde de BDS-beweging wat zij een “week van solidariteit met Palestijnse politieke gevangenen” noemde. Dit initiatief resulteerde in een serie van dagelijks eerbetoon aan personen die veroordeeld waren voor terroristische daden. Onder hen bevonden zich leden van organisaties zoals het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina, Hamas en Islamitische Jihad – allen erkend als terreurorganisaties door zowel de EU als de VS.

Op een universiteitscampus werden dus dagenlang niet vredesactivisten bejubeld, maar mannen verantwoordelijk voor aanslagen, ontvoeringen en moorden.

In dit gespannen klimaat en bagatellisering van geweld werd de auto van een Joodse student vernield en werd een andere student gevolgd tot aan zijn woning, waar antisemitische tekens werden achtergelaten. Hoe kunnen we dergelijk gedrag in onze samenleving tolereren?

Dan is het de morgen van 7 mei 2024: de beruchte bezetting van gebouw B van de Université Libre de Bruxelles begint. Gedurende de dag nemen de beledigingen richting Joodse studenten toe. Journalisten worden aangevallen en geïntimideerd voor het gebouw. De universiteitsleiding verzekerde ons dat zij dit niet zou laten escaleren en dat de bezetting binnen de komende uren zou worden beëindigd.

Echter om 17.00 uur werden vier studenten, onder wie ikzelf, aangevallen door een groep van 60 à 70 pro-Palestijnse betogers. De voorzitter van de UEJB, Gad, werd gewurgd, en de overige studenten werden verbaal beledigd en mishandeld. Deze aanval was niets minder dan een manifestatie van Jodenhaat in dit land. Ik herinner me nog exact de haat in de ogen van de jonge man die op ons afkwam.

De eerste fysieke aanval op een Joodse student op de ULB-campus sinds de Holocaust had zojuist plaatsgevonden.

Deze aanval werd door de volledige nationale pers opgepakt en gevolgd door een grote demonstratie ter ondersteuning van Joodse studenten, waarbij meer dan 700 mensen aanwezig waren.

De bezetting van gebouw B van de universiteit duurde nog meerdere weken voort en eindigde pas in juni, toen de politie ingreep. De bezetting werd gekenmerkt door enorme haat richting Joodse studenten en door de demonisering van de staat Israël. Er vonden verschillende demonstraties plaats waarin terrorisme, het bloedbad van 7 oktober en Yahia Sinwar – het brein achter de massamoorden – openlijk werden verheerlijkt. Het bezette gebouw bleek van binnen volledig bedekt met anarchistische, antisemitische, antizionistische en anti-institutionele graffiti. Meer dan 200 mensen namen actief deel aan de bezetting. De ULB-vlag werd vervangen door spandoeken die opriepen tot haat en gewapende revolutie. Een nieuw soort kijk op democratie. Het “Walid Daqqa-gebouw”, vernoemd naar deze tot levenslang veroordeelde Palestijnse terrorist van het PFLP, werd door de studentenbeweging gepresenteerd als een daad van verzet tegen de “zionistische entiteit” en tegen het rectoraat van de universiteit, dat zij medeplichtig aan genocide noemden.

We zouden dagen kunnen spreken over het medeplichtige gedogen van de Université Libre de Bruxelles. Het rectoraat en de academische autoriteiten – met enkele uitzonderingen die ik vandaag nog steeds hulde betuig – stonden conferenties toe waar de Samidoun-organisatie aanwezig was of waar personen met openlijke banden met terreurnetwerken vrij het woord kregen. De universiteit, een plaats van wetenschap, werd zo een magneet voor vele antisemieten.

We zagen op de universiteitscampus de komst van Rima Hassan, lid van het Europees Parlement en fel bekritiseerd vanwege haar ideeën, die heel dicht aan antisemitisme grenzen; evenals Salah Hamouri, een advocaat met vermeende banden met het PFLP.

De universiteit liet antisemitische manifestaties toe op de campus, waar personen met keffiyeh-maskers iedereen intimideerden die ook maar enige vorm van tegenstem durfde te laten horen. Verschillende hakenkruizen verschenen op de campus – een teken dat elke hoop op verbetering van de situatie uitdoofde.

Belgische universiteiten zijn gaan lijken op de pro-Palestijnse betogingen in grote steden, georganiseerd door jongeren, gesteund door organisaties met directe banden met terrorisme. Het Samidoun-collectief, in België op alle fronten aanwezig, bood materiële, menselijke, financiële en ideologische steun aan de verschillende betogingen en bovenal aan de bezetting van het gebouw op de universiteitscampus. Dezelfde gezichten die we op de campus zagen, doken dagelijks op bij de demonstraties in het centrum van Brussel.

Veel studentenkringen sloten zich aan bij de collectieven “ULB Palestine” en “Université populaire”, die de bezetting leidden. Unaniem verbraken ze de banden met kringen die zich niet in de gewelddadige aanpak konden vinden. Vooral de kringen ‘Recht’ en ‘Vrij Onderzoek’ vielen op door hun gewelddadige houding en uitspraken als: “De enige oplossing is intifada”, die vervolgens ook tijdens diverse grote manifestaties als leus werd gebruikt.

Dat de rechtenfaculteit MEP Rima Hassan verkoos boven de feministische persoonlijkheid Gisèle Pelicot was nog een andere belediging van de waarden van de democratie.

Dames en heren,

Wat er op onze campussen is gebeurd, is niet enkel een Joods probleem; het is een Europees probleem. Wanneer haat en intimidatie de plaats innemen van dialoog, wanneer universiteiten geweld toelaten en stilzwijgen, dan wordt de democratie zelf ondermijnd.

Ik spreek vandaag niet alleen als Joodse student, maar als Europese burger die gelooft dat onderwijs nooit een slagveld mag worden.

We hebben universiteiten nodig die het debat beschermen, niet instellingen die extremisme huisvesten.

We hebben leiders nodig die vrijheid verdedigen, niet leiders die zich verschuilen achter neutraliteit wanneer haat toeslaat.

Antisemitisme kan geen onderdeel zijn van democratische waarden; het druist in tegen de ware essentie van het Europese project.

De toekomst van Europa hangt af van onze moed om op te staan en luid en duidelijk te zeggen dat Joodse levens hier óók tellen, en dat geen enkele ideologie terreur kan rechtvaardigen.

Dank u.

Lees ook het verhaal van Bar Hare een andere spreker op deze conferentie.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.