Wat moeten westerse regeringen doen om op te treden tegen de bedreigingen door de Islamitische Republiek Iran? De laatste vraag in een groot interview in de Neue Zürcher Zeitung/NZZ (24 juli 2025) met de Amerikaanse expert in terreurbestrijding en auteur Matthew Levitt. “Het belangrijkste is ten eerste ertegen op te treden”, repliceert Levitt. Duitsland en Groot-Brittannië handelen nu zo. “Dat is goed zo.” En ten tweede wordt het echt tijd, aldus Levitt, “de Iraanse Revolutionaire Garde zowel op EU-niveau als op dat van de lidstaten tot terreurorganisatie te verklaren”. Een beknopte weergave van het gesprek in thema’s en citaten van Levitt.
Over de recente arrestatie in Denemarken van een Iraanse spion die Joodse en Israëlische instellingen observeerde:
“Het Iraanse regime hanteert zulke externe operaties al sinds de revolutie van 1979. Echter, onlangs is het tempo opgeschroefd. Iran zet daarbij enerzijds sjiitische strijders in. Zij hebben een dubbele pas of zijn geen Iraniërs. De in Denemarken opgepakte man had het Deense en Afghaanse staatsburgerschap. Anderzijds steunt het regime op lokale criminelen. Zij hebben geen ideologische band met Iran, maar zijn gaarne bereid tegen betaling mensen te observeren of te ontvoeren en moorden te begaan. Het speciale in het Deense geval is dat het samenhing met de oorlog tussen Israël en Iran. Ik denk dat zulke voorvallen alleen nog maar zullen toenemen.”
Over Iraanse wraakneming op Israël en de VS na de recente militaire vernedering:
“De Iraniërs willen beslist een boodschap zenden aan Israël, maar ook aan de VS. Ze willen laten zien dat deze rekening vanuit hun perspectief nog openstaat. In eerste instantie zullen zij zich waarschijnlijk op Israëli, Joden en Iraanse dissidenten richten. En ze zullen er niet voor terugschrikken aanslagen in de VS, Duitsland of andere landen met effectieve geheime diensten en beveiligde grenzen te plegen. In de twaalfdaagse oorlog vertoonde Iran een beeld van weerloosheid. Dat willen de Iraniërs ongedaan maken.”
Over de export van de islamitische revolutie door Iran:
“Dit is een revolutionair regime. De Iraniërs aan te sporen om over hun atoomprogramma of over het aantal van hun ballistische raketten te onderhandelen, is één ding. Het is een andere zaak ze te verzoeken de zogenoemde export van de revolutie te stoppen. Deze externe operaties zijn meer dan een tactiek. Ze zijn een wezenlijk bestanddeel van hun identiteit. Na de oorlog vreest Iran potentiële onrust. Daarom zal het de bestrijding van dissidenten en tegenstanders in het buitenland als een vraagstuk van interne veiligheid beschouwen.”
Over de Iraanse inzet van criminelen en niet die van eigen agenten:
“Het regime wil zijn vijanden laten zien dat het een prijs heeft wanneer zij tegen Iran oorlog voeren. Dat doet het echter op een wijze dat het zijn betrokkenheid bij deze operaties geloofwaardig kan ontkennen. Natuurlijk zal iedereen weten dat Iran erachter zit. Maar het is moeilijk het regime daarvoor ter verantwoording te roepen. Wanneer een dader wordt gepakt en zelfs veroordeeld, is dat voor Iran geen bijzonder hoge prijs.”
Over een versterkte vervolging van Iraanse dissidenten en journalisten:
“Het gaat niet alleen om ontvoeringen of moorden, maar ook om tactieken van intimidatie en transnationale repressie. Er vindt een bijzonder sterke toename plaats bij de vervolging van Iraanse dissidenten en journalisten. Na de twaalfdaagse oorlog is het regime des te bezorgder over de binnenlandse politieke ontevredenheid. We zien al een golf van repressie in Iran zelf. Maar ook in het buitenland zou het regime nu in sterkere mate dissidenten in het vizier kunnen nemen.
Over westerse diplomatieke instrumenten contra de Iraanse elite:
“Het kan niet zijn dat exact die personen, die achter de transnationale repressie staan, hun vrouwen en kinderen in Europese hoofdsteden kunnen laten shoppen of aan Noord-Amerikaanse universiteiten kunnen laten studeren. Iran dient te begrijpen dat er concrete consequenties aan verbonden zijn wanneer het doorgaat met zulke complotten. Dat moet ook gelden voor individuele personen.”
Bron: interview met Matthew Levitt, expert voor bestrijding terrorisme, in de Neue Zürcher Zeiting (NZZ) van 25 juli 2025 door Jonas Roth onder de titel “Es ist an der Zeit, die iranischen Revolutionswächter in Europa zu einer Terrororganisation zu erklären”.
Reactie plaatsen
Reacties