De alibi-Jood, bijzonder begeerd door Joden- en Israëlhaters

Gepubliceerd op 1 december 2024 om 23:49

“Joden als nuttige idioten van de vijanden van Joden? Die waren er al steeds in de Joodse geschiedenis. De moderne variant van de Joodse zelfhaat is sinds 1897, toen de zionistische beweging gesticht werd, de Joodse zionismehaat. Sinds de stichting van de staat in 1948 is het de Joodse Israëlhaat.”

Als historicus en prominent publicist gaat Michael Wolffsohn geen onderwerp uit de weg. Dat is de auteur van de boeiende “Eine andere jüdische Weltgeschichte” genoegzaam toevertrouwd. Ook nu weer blijkt dat in zijn gastbijdrage aan de Neue Zürcher Zeitung (NZZ) van 27 november 2024 onder de lange, maar heldere titel “Die nützlichen Idioten der Judenfeinde: wenn sich Juden mit Hamas und Hizbullah verbinden”.

Het jongste voorbeeld daarvan stipt de auteur meteen aan. Het betreft het optreden van de Joodse kunstenares (fotografie) en BDS-activiste Nan Goldin. Bij de openingsspeech van haar expositie in de Neue Nationalgalerie in Berlijn (22 november) sprak ze weer puur opruiende taal tegen Joden en de Joodse staat. Het tegengeluid van de gastheer ging in het gejoel van Goldins medestanders verloren. Vandaar ook de titel boven een verslag in de Jüdische Allgemeine: “Gebrul in plaats van kunst”.

Al met al een anti-Joodse happening, vat Wolffsohn bondig samen. Hij vervolgt: “De Joodse wereldgeschiedenis leert: tot dusver hebben de vijanden van de Joden na het bereiken van hun doel alle Joden gelijk behandeld – meestal door liquidatie, zelden alleen door discriminatie. Ook in Auschwitz waren alle Joden gelijk. Op het eind ook de Joodse kapo’s.”

De Duits-Joodse analist begrijpt dat coalities, instituties of personen in Israël niet iedereen kunnen bekoren. Echter waar zijn begrip echt ophoudt, zowel politiek als ethisch, is wanneer uit de oppositie tegen de Joodse staat miljoenenvoudig en vooral in het milieu van “de zogenaamde cultuur en wetenschap” sympathie voor terreur voortkomt.

Steun dus voor Hamas en Hezbollah, alsook voor het Iran van de mollahs. Alle drie zijn niet alleen extern agressief, maar zij onderdrukken eveneens sinds decennia de eigen burgerbevolking. Voeg daar hun terreuracties in het buitenland aan toe. Niet alleen tegen Joden, Israëli’s. Desalniettemin “solidariseren de zogenoemde moralisten zich met die moordenaars”. Onder het motto: “Ist dies schon Wahnsinn, so hat es doch Methode.”

Als historicus benadrukt Wolffsohn dat dit verschijnsel niet nieuw is in de Joodse geschiedenis. Per slot van rekening poogden vele Joden in de negentiende eeuw hun afkomst door de doop te ontvluchten. De christelijke doop als “entreebiljet voor de Europese cultuur”. Naar de bekende woorden van de dichter Heinrich Heine, twee jaar voor zijn eigen doop.

Achteraf weten we, aldus Wolffsohn, dat deze vluchtpoging tevergeefs bleek. “Voor de vijanden van de Joden bleven zij Joden. Eenmaal Jood, altijd Jood. En al helemaal, wanneer het Jodendom, zoals toen door de nazi’s, “racistisch” werd gemotiveerd.”

Wolffsohn trekt vervolgens de lijn door naar het heden. “Wat toentertijd de doop was, zijn vandaag de Joodse haat tegen Israël én Joden. Beide haatuitingen zijn de toegangskaart voor de globale cultuur-, wetenschaps- en mediawereld.” De Joden die zich daarvoor lenen noemt hij “alibi-Joden”.

Op welke wijze doen die “alibi-Joden” dat dan? Ofwel hoe komen ze aan hun ”entreebiljet”? Het antwoord van Wolffsohn luidt: door Israël van “volkenmoord” op de Palestijnen te betichten, door de Joodse staat een “apartheidsstaat” te noemen, “fascistisch” zoals “de nazi’s”. Overigens geldt dit vereiste vocabulaire ook voor de niet-Joodse Jodenhaters.

Joden in de diaspora, die zich met Israël identificeren, die opkomen voor het naakte bestaan van de Joodse staat, wordt verweten het “Jodencomplex” van de niet-Joden, vooral van de Duitsers, te instrumentaliseren. Te misbruiken dus.

En ja, niet-Joden die zich van dit infame vocabulaire bedienen tegen de Joodse staat, laden de gerechtigde verdenking op zich antisemitisch te zijn, stelt Wolffsohn vast. Hoe kun je je van die blaam zuiveren? Door de alibi-Jood! Een begeerde Jood in het bijzonder voor Joden- en Israëlhaters. “Wat de rabbi is in de Joodse wereld, is de alibi-Jood in de wereld van de Joden- en Israëlhaters: hij beschikt over het koosjerstempel. Joodse Joden- en Israëlhaters schieten met koosjere kanonnen.”

Niet-Joodse en Joodse Joden- en Israëlhaters hebben elkaar nodig, constateert Wolffsohn. De een kan niet zonder de ander. Het is een symbiose tussen mensen. “Het patroon is sinds jaren bekend. Al lang voor de Gaza-oorlog en desondanks kennelijk steeds weer nieuw.”

Het schandaal rond “een alibi-Jood” als Nan Goldin was, zo poneert de publicist nadrukkelijk, volkomen te voorzien. De verantwoordelijken van de Neue Nationalgalerie treft dan ook alle blaam. In hun publieke distantie van de Israëlhaat van Goldin naderhand presenteerden zij zich als “schijnhelden”, “voorbeelden van burgermoed”.  Wolffsohn spreekt ronduit van een “Heuchelorgie”, je reinste huichelarij. Wat hadden zij anders kunnen verwachten van Nan Goldin dan de… alibi-Jood?! Wie gaat deze oefening in schijnheiligheid nog overtreffen?

Kritiek op coalities, personen en instituties in Israël is noodzakelijk en legitiem, inclusief het debat daarover, betoogt Michael Wolffsohn. “Geen Jood of niet-Jood hoeft van Israël te houden. Maar Israël en zelfs alle Joden existentieel te haten?” Let wel, “in combinatie met ronduit fanatieke sympathie voor terroristen en verachtelijke moordenaars van Hamas, Hezbollah en het Iraanse mollahregime?”

Hoeveel leed hadden Hamas en Hezbollah Palestijnen en Libanezen niet kunnen besparen?! Echter, die kardinale vraag stellen “in het Westen brede delen van de vermeende elites van politiek, cultuur, wetenschap en media” zichzelf en de buitenwacht niet, concludeert de historicus. Naast hun onwetendheid zijn ze blijkbaar ook het morele kompas kwijt, oordeelt hij. Plus hun publieke aanzien.

“De gevolgen zijn voorspelbaar”, sluit Wolffsohn af. “De meerderheid van de bevolking buiten deze bubbels zal de politiek sterken om nog meer dan tot nu toe de financiële steun aan cultuur, menswetenschappen en publieke media te korten.”

 

 

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.