Holocaust legt giftige Jodenhaat bloot bij Syrische vluchtelingen (deel 3 Van Damascus naar Berlijn)

Gepubliceerd op 3 maart 2025 om 20:09

“Duitsland betaalt tot op vandaag belastingen aan de Joden, omdat Hitler zes miljoen mensen verbrand heeft. Volgens een verhaal was Hitler verliefd op een (Joods) meisje. Toen zij zijn hart verbrandde, verbrandde hij haar volk. Dat kregen wij te horen.” Zulke absurde verhalen over de Führer doen in Syrië de ronde. Prof. dr. Günther Jikeli tekende er één op uit de mond van Hamade, een Syrische vluchteling in Duitsland.

In zijn gedegen studie “Von Damaskus nach Berlin – Antisemitismus unter syrischen Geflüchteten in Deutschland” wijdt Jikeli een aparte paragraaf aan “Hitler, die Nazis und der Holocaust”.

 Wordt in Duitsland het publieke debat over de Tweede Wereldoorlog gestempeld door het gedenken van de Holocaust, dan ziet dat er in Syriër totaal anders uit, zet hij meteen in. “Velen van onze interviewpartners ervoeren pas na hun aankomst in Duitsland dat de nazi’s zes miljoen Jodinnen en Joden vermoordden. Sommigen hoorden daarvan pas voor het eerst tijdens het interview.”

De historische kennis van de Syrische vluchtelingen over de nationaalsocialistische Jodenvervolging was derhalve zeer beperkt. Vaak bestond die slechts uit een vaag weten dat Jodinnen en Joden in Duitsland in grote aantallen waren vermoord. Veel geïnterviewden hielden daarvoor alleen Hitler verantwoordelijk. Daar voegt de onderzoeker aan toe: “wat overigens ook veel Duitsers doen”. Hij plaatst er ook een noot bij. Een miljoenenvoudige massamoord kon slechts worden gerealiseerd door de actieve deelname van vele duizenden.

Enkele Koerdische gesprekspartners van Jikeli en zijn onderzoeksteam trokken parallellen tussen de vervolging van hun volk en die van de Joden. Dat schiep voor hen de ruimte om kritisch te kijken naar het Syrische onderwijs dat ze genoten hadden.

In die zin uitte zich Biyan (49, een Koerdische moslim uit Qamishli): “Ik ben nieuw in Duitsland. Wat ik gestudeerd heb, is, dat Hitler ze (de Joden) heeft verbrand. Toen Hitler deze Holocaust beging, was hij een misdadiger en een moordenaar, niemand zou zoiets moeten doen. Vele mensen werden omgebracht en onderdrukt, Joden, Armeniërs en ook Koerden. Ook wij hebben onder Holocausts en massamoorden geleden. Daarom ben ik tegen de Holocaust, hij is een grote fout van de oude Duitse leiding onder Hitler. Het leerplan in Syrië heeft deze dingen vertroebeld. Ze willen de Joden niet als onderdrukt voorstellen, aangezien ze de gezworen vijand van Israël zijn.”

Af en toe vingen Jikeli en zijn staf wel eens van Syrische vluchtelingen op dat Joden tijdens het nationaalsocialisme uit hun thuisland moesten vluchten. Typisch genoeg leidde dat niet tot vergelijkingen met de eigen vluchtervaringen. Sommigen vergeleken Hitler en Bashar al-Assad. En dan veeleer als meedogenloze dictators en niet als Jodenhaters.

Er waren ook Syrische vluchtelingen voor wie het thema “Hitler” een taboe bleek. Zij wilden zich er liever niet over uiten. “Of tenminste hun sympathieën voor Hitler niet in het interview tot uitdrukking brengen”, noteert Jikeli veelbetekenend.

Een aantal Syrische respondenten had daar geen enkele moeite mee. Exemplarisch noemt de wetenschapper het interview met Bader (33, een moslim van Arabisch/Palestijnse komaf uit het vluchtelingenkamp Jarmuk bij Damascus). Bader stond positief tegenover Hitler. Waarom? Juist omdat deze voor de Holocaust verantwoordelijk was. “Daarom houd ik van Hitler!”

Ook Zaim (20, Arabische moslim uit ar-Raqqa) rechtvaardigde expliciet de Shoah. Hij was van mening dat Hitler “het recht had dat te doen, want de Joden bedriegen je”.

En Fadi (30, Arabische moslim uit Deir ez-Zor) maakte de zogenaamde misdaden van hedendaagse Jodinnen en Joden tot quasi postume legitimatie van de vermoording van Jodinnen en Joden, ruim 80 jaar geleden. “Ik zal maar één ding zeggen: wanneer Hitler zes miljoen Russen en Joden gedood heeft, dan heb ik een vraag: waarom heeft hij niet alle Joden gedood? Hij was in de gelegenheid om het hele Jodendom op de wereld te doden. Maar de Joden, die overig bleven, bewijzen dat de Joden het verdiend hebben dat meer dan zes miljoen van hen gedood werden.”  Een demonische eruptie van Jodenhaat.

Veelzeggend is de zinsnede bij Jikeli dat “andere bevraagden aangaven dat sympathieën voor Hitler in Syrië wijdverbreid waren, maar dat zij deze houding zelf niet deelden”.

Bij enkele Syrische gesprekspartners van Jikeli’s enquêteurs riep het thema van de Holocaust antisemitische ressentimenten op. Het herdenken van de Shoah zou in de ogen van sommigen een politieke instrumentalisering zijn ten gunste van Jodinnen, Joden en Israël. Anderen gingen nog verder en beweerden dat niet alleen de herdenking van de Holocaust, maar deze zelf louter een “voorwendsel” zou zijn ter legitimering van de “bezetting van Palestina” en de staat Israël.

In die zin sprak Yanes (32, een Arabisch-Palestijnse moslim uit Damascus): “Dat alles, ook dat, wat tijdens de oorlogstijd en de Hitlertijd gebeurde, was er helemaal opgericht de staat Israël op te bouwen.” Yanes ging er bovendien vanuit dat de Duitsers “tot op vandaag nog voor de Joden, voor de Holocaust betalen – elk jaar”.

Voor pure geschiedvervalsing draait de Syrische vluchteling Ibrar (25, Arabische moslim uit Aleppo) zijn hand niet om. Volgens Ibrar hadden de Duitsers de Joden bestreden, de Holocaust begaan én vervolgens de Joden “weggestuurd” en “een ander land” gegeven, Israël…

“Israël stal het land”, riep Dila (26, Koerdische met moslimachtergrond en kennis van Ibrar), tijdens het interview dan ook uit. De intentie van Ibrars historische fraude is evident: de Duitsers hebben de stichting van de staat Israël mogelijk gemaakt, in zijn optiek een groot onrecht.

Ruime aandacht schenkt Jikeli aan Gamal (45, Arabische moslim uit Iblib). Deze voormalige schooldirecteur en hoogleraar Arabisch steekt zijn enorme bewondering voor opvangland de Bondsrepubliek niet onder stoelen of banken: ondanks “al deze genocides” en de verwoesting hebben de Duitsers “een modern, geciviliseerd land opgebouwd”.

Reeds die woorden “al deze genocides” duiden op een bagatellisering van de Holocaust bij Gamal, interpreteert de wetenschapper. Dat doet hij niet ten onrechte. Later herhaalde de vroegere inwoner van Idlib immers dezelfde woorden en wel op expliciete wijze. En passant beweerde Gamal dat het officiële aantal van tijdens het nationaalsocialisme vermoorde Jodinnen en Joden mateloos overdreven zou zijn. Nader onderzoek zou niet geoorloofd zijn.

Concreet zei Gamal: “Men kan niet vragen wat het precieze aantal is, maar het getal van zes miljoen is in elke geval overdreven. De Joden zegen zes miljoen, Israël zegt zes miljoen, sommige mensen zeggen 5.000, anderen drie miljoen. Echter waarom heeft de Duitse geschiedenis het grote aantal van twaalf miljoen Kaukasische mensen genegeerd, die in de Wereldoorlog versleept en vermoord werden? Niemand noemt ze. Ook de Russen, die uit Oekraïne, Bosnië en deze gebieden kwamen. De zigeuners, twaalf miljoen zigeuners, niemand noemt ze. Het is dus een politieke zaak. Zoals wij met een Arabische spreekwoord zeggen: ‘De hele geschiedenis is bekend, maar ze wordt achter slot gehouden’.”

Driest genoeg ging de oud-schooldirecteur nog een stap verder. Hij rechtvaardigde de Shoah door een bewering van de nazipropaganda te herhalen: “De Duitsers doodden de Joden omdat zij als verraders gezien werden, die de vijanden wapens leverden of de wapenhandel naar Oostenrijk en in een ander land, dat ik nu vergeten heb.” Dit antisemitische narratief sluit nauw aan bij de inhoud van Syrische schoolboeken, niet verwonderlijk voor een voormalige Syrische schooldirecteur.

Omar (60, Arabische moslim uit Latakia) was van mening dat de Duitsers momenteel het slachtoffer zouden zijn van de “Joodse lobby”. Naar zijn opvatting hadden Hitler en de nazi’s zich alleen maar verweerd. Echter, “de Joden” chanteerden de Duitsers daar nu mee. Omar wist die “afpersing” (natuurlijk) niet concreet te maken.

Letterlijk betoogde Omar: “De Joden hebben het probleem dat ze een volk zijn, dat altijd zijn eigen belangen vooropstelt. Voor die van anderen. En in de dagen van Hitler genoten de Joden welstand. En zij waren degenen die de economie en de handel in handen hadden. Zij hadden alles in de hand. Hitler kwam en zag dat de Joden allen eronder hielden. Hij wilde dus hun macht (woordelijk: hun nagels) inperken. Maar het zijn niet zes miljoen. Nog geen kwart van dit aantal. Natuurlijk weten ze dat. Ziet u daarom dat Duitsland nu in de knoop van schuldgevoel zit (…) als gevolg van chantage, die Duitsland betreft. U vindt hier in de buurt een centrum, een Joods centrum, een cultuurcentrum, een winkel dus. Daar staan steeds zes politieagenten voor de deur op de stoep. Waarom bewaken ze ons niet? Altijd afpersing en overdrijving. U kent natuurlijk de Joodse propaganda.” Je zou zo’n interview met een doorgewinterde Syrische Jodenhater moeten afnemen.

Omars obessie met “Joodse afpersers” vormt treurig genoeg bepaald geen uitzondering onder de Syrische vluchtelingen in Duitsland. Jikeli trof die aan bij tal van zijn interviewpartners. De laatsten gingen er simpelweg vanuit dat Duitsland immense sommen aan “belastingen“ of “straf” de Joden respectievelijk Israël deed toekomen. En dat allemaal vanwege de Holocaust in dit Syrisch narratief of in de schandelijke woorden van Omar vanwege “de tragische fouten, die Hitler beging”.

Als nauwkeurig wetenschapper wil Günther Jikeli die “immense sommen” aan Duits geld richting Joden/Israël aan de beschikbare gegevens toetsen. Helder geeft hij zijn bronnen aan en komt tot de conclusie dat de “Wiedergutmachungszahlungen” van Duitsland in verhouding tot de schade voor de slachtoffers en tot het BIP van het land gering blijven. Bovendien ging circa 75 miljard euro naar Duitse oorlogsvluchtelingen/verdrevenen en 82 miljard in totaal naar alle Joodse en niet-Joodse slachtoffers van het naziregime.

Jikeli’s slotsom luidt dan ook: “De praatjes van grote sommen van betalingen aan Jodinnen en Joden alsmede aan Israël worden dan een antisemitisch ressentiment, wanneer gesuggereerd wordt dat dit ten onrechte of op grond van “chantage” gebeurt.”

De onderzoeker heeft ook gelijk een casus paraat. De Syrische vluchteling Hamadi (27, Arabische moslim uit Deir ez-Zor) diste in een interview het verhaal op van de familie van de Amerikaanse president Frankin D. Roosevelt, die Duits én Joods zou zijn, en dat Roosevelt op grond daarvan de Duitse regering “veroordeelde” tot de jaarlijkse betaling van gigantische geldsommen aan de Joden of “de zogenaamde staat van de Joden” vanwege de Holocaust. Let wel, tot op de dag van vandaag, aldus Hamadi. Punt is dat Roosevelt en zijn familie Duits noch Joods waren.

Derde bijdrage in serie over het zojuist verschenen boek van prof. dr. Günther Jikeli, “Von Damaskus nach Berlin – Antisemitismus unter syrischen Geflüchteten in Deutschland”, Georg Olms Verlag, Baden-Baden 2025.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.