“Niemand in mijn omgeving is gevrijwaard van slapeloze nachten” – JID-voorzitter Michel Kotek spreekt media, onderwijs en overheid scherp aan op alarmerend antisemitisme in Belgische samenleving

Gepubliceerd op 17 september 2025 om 22:05

“Ik sta hier vandaag met een bijzonder verdrietig gevoel. Antisemitisme, het meerkoppige monster explodeert en zien wij terug in alle geledingen van de Belgische samenleving.” Zo begon Michel Kotek, voorzitter van het Joods Informatie- en Documentatiecentrum (JID), zondag 14 september 2025 zijn welkomstwoord tijdens het voortreffelijk georganiseerde en bijzonder goed bezochte “Internationaal Symposium tegen Antisemitisme – Is er nog plaats voor Joden in Europa” van JID te Antwerpen.

Kotek ging in zijn bijdrage in op de ontwikkeling van antisemitisme in Europa en België in het bijzonder. Hij constateerde dat in de Belgische samenleving “alle signalen op donkerrood/zwart staan” en “het ergste lijkt nog te gaan komen”. Angst. Verdriet. Onveiligheid. Deze gevoelens domineren hedendaags Joods leven in België. “Niemand in mijn omgeving is gevrijwaard van slapeloze nachten”, onderstreepte Kotek. Vandaar ook zijn prangende vraag: kan antisemitisme gestopt worden en zo ja, hoe?

De voorzitter vertelde hoe JID begin 2024 ontstond. Hij verwees daarbij in eerste instantie naar “de meest gruwelijke aanslag op de Joden sinds de Tweede Wereldoorlog op 7 oktober 2023” door de Palestijnse terreurorganisatie Hamas. De Joodse gemeenschap was “als door angst verstijfd”. Vervolgens barstte razendsnel “een geweldsspiraal” los, “waarbij onze Belgische straten, onze universiteiten, onze media en onze politiek het slagveld werden van een zeer goed georganiseerd anti-Israël offensief”.

Kotek benadrukte dat het “geen onschuldige studenten” waren, die achter dit offensief zaten, maar “zeer goed voorbereide en door buitenlandse mogendheden gefinancierde en geregisseerde campagnes”. Met als gevolg een grote haat- en lastercampagne tegen de Joodse staat. Die vertaalde zich van “dood aan Israël” naar “dood aan de Joden”. En passant vecht Israël tegen “een levensgevaarlijke ideologie, niet slechts tegen een stel zielige vrijheidsstrijders”.

In de Belgische politiek, media, op universiteiten en scholen gaat het nog maar over één ding, informeerde Kotek: Israël, Israël en nog eens Israël. Deze campagne tegen de Joodse staat heeft zich “direct vertaald naar Jodenhaat in onze straten”. Daarbij wordt “de onwetende burger nu al twee jaar bestookt met haatzaaierij en indoctrinatie als gevolg van disproportionele en eenzijdige Hamas propaganda in de Belgische media”.

Eigen grondig media-onderzoek van JID wijst uit dat gemiddeld ruim 70 procent van de media vanuit een pro-Palestijns perspectief opereert. “Het is dus niet verwonderlijk dat diezelfde onwetende burger alle schuld van het conflict bij de Joodse staat legt”, concludeert Kotek.

Ondertussen zijn de antisemieten “als ratten uit hun holen gekropen, antisemitisme is anno 2025 weer hot en salonfähig”. De JID-voorzitter legde ook de vinger bij het in vergelijking met “ons omringende landen” buitengewoon hoge percentage (30) qua antisemitische attitudes in België. “Het lijkt mij bijzonder interessant om te weten wat dat zeer hoge percentage veroorzaakt. Diepgaand onderzoek is noodzakelijk!” Sowieso blijkt uit al eerder onderzoek in 2024 dat Jodenhaat in alle geledingen van de samenleving voorkomt, met uitschieters op extreemlinks, extreemrechts en onder moslims.

Kotek gaf in kort bestek enkele concrete voorvallen van antisemitisme in België. Twee incidenten ter illustratie: “De auteur en hofnar van het Vlaamse publiek Herman Brusselmans zei in een column in Humo alle Joden een mes in de strot te willen steken. Nader onderzoek door JID wees uit dat hij zich in tenminste 44 van zijn ruim 90 gepubliceerde boeken sinds 1993, schuldig maakt aan antisemitische uitspraken. De rechter sprak hem vrij, vanwege vrijheid van meningsuiting en het satirische karakter van zijn werken. Belgische Joden zijn daarmee vogelvrij verklaard. Daarmee vormt Brusselmans niet langer het eigenlijke probleem, maar de straffeloosheid, waarmee de Gentse rechtbank hem laat wegkomen. JID heeft besloten hem juridisch te vervolgen tot Straatsburg.”

En dan het tweede incident op de middelbare school KA Mortsel. Daar viel een docent zeker drie keer afzonderlijk Joden aan en maakte daarbij zijn slachtoffers uit voor “kindermoordenaars”. Deze Albrecht V. is nog altijd verbonden aan KA Mortsel, waar Jodenhaat welig tiert onder de leerlingen, een groep op Jodenjacht wilde gaan en waar bij het geschiedenislokaal een poster hangt van “the Hall of Fame”, waarop een prominente afbeelding prijkt van Hitler. KA Mortsel meldt dat “de zaak afgesloten is”, want “intern uitgesproken en opgelost”… Commentaar van Michel Kotek: “Ik vraag u beste toehoorders, politici, mediaspecialisten en rechters: wat is er nog meer nodig om uit uw zomerslaap te ontwaken?”

Overigens blijkt dat het overgrote deel van de antisemitische incidenten niet wordt gemeld, tekent Kotek aan. “De vraag is waarom Joodse mensen dat niet melden. Nader onderzoek is vereist, maar ik vermoed dat dit de volgende drie redenen heeft: mensen zij angstig, registreren helpt toch niet, veel met name Chassidische Joden zitten in hun bubbel.”

Ongemeen scherpe kritiek oefende de voorzitter van JID op het eind van zijn welkomstwoord andermaal op de Belgische media. Zij lijken “meer op een Belgisch pro-Hamas mediakanaal dan op een objectief en evenwichtig informatiepunt”. Daardoor “is de doorsnee Belg volledig gehersenspoeld”. Zonder toepassing immers van hoor en wederhoor wordt “Belgische burgers een volledig eenzijdig beeld voorgehouden van de situatie ter plekke”. Voeg daaraan toe de disproportionele media-aandacht voor de Joodse staat. “Dagelijks wordt op de VRT en in andere private media gesproken over de Joodse Lobby en de eeuwige slachtofferrol die Joden zichzelf toebedelen. Over stereotype Jodenhaat gesproken. Wie pakt dit op?”

JID geeft, aldus zijn voorzitter, meteen al een eerste antwoord: er wordt gewerkt aan de opzet van een eigen nieuwspodcast onder de naam BeNews, die meer dan alleen antisemitisme en “Israel bashing” zal belichten, blikt Kotek vooruit. “Het is triest dat het hiervan moet komen bij het ontbreken van een objectief Belgisch mediakanaal.”

Echter, “onze grootste uitdaging is om naast de media en het onderwijs ook de politiek in beweging te krijgen, antisemitisme te stoppen en draaideurantisemieten achter slot en grendel te krijgen”, stelt Kotek. “Werk dat nu door ons wordt gedaan, behoort te worden opgepakt door een overheid en een goed functionerende rechtspraak die ons beschermt.”

Joden maken ruim 800 jaar deel uit van wat nu België is en droegen/dragen bij aan sociale-, economische en maatschappelijke groei. “Het is nu tijd dat de Belgische overheid ervoor zorgt dat wij hier tot in de oneindigheid kunnen blijven wonen, in vrede en veiligheid en met respect voor elkaar en andersdenkenden. (…) Er is werk aan de winkel als de overheid er veel aan gelegen is om Joden te behouden voor België.”

Een regelrechte roep om overheidshulp. Dé adressant zat op de eerste rij: de huidige Belgische premier Bart de Wever.

Michel Kotek startte en eindigde zijn bijdrage aan het symposium op zeer persoonlijke wijze: hij noemde zijn ouders, beiden “Shoa-slachtoffers van 94 en 84 jaar”. Bij de oprichting van het JID beloofde hij hen alles in het werk te stellen “om niet opnieuw terecht te komen in een situatie als die van de jaren dertig”. Zijn hoop is thans “mijn hoogbejaarde ouders nog te kunnen zeggen dat wat zij hebben meegemaakt ons en hun kleinkinderen nooit zal treffen”.

Daarbij hoort en helpt stellig een verdere professionalisering van de werkzaamheden van JID. Vandaar de oproep van Michel Kotek: “Ook hoop, en reken ik stiekem op uw financiële bijdrage…”

 

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.