Dé les/norm van de Joodse geschiedenis: houdt samen met medestanders zélf het heft in handen, want Jodenhaat keert weer – in gesprek met filosoof dr. David de Bruijn

Gepubliceerd op 31 mei 2025 om 01:29

“Er viel, en valt, niet te rekenen dat het Nederlandse gezag uiteindelijk veiligheid biedt; dit zien we in Amsterdam, of onlangs in Barneveld.” Vanuit zijn Amerikaanse academische standplaats Auburn (Alabama) belicht filosoof dr. David de Bruijn de westerse golf van haat jegens Joden en de Joodse staat Israël. Saillante kanttekening: Nederlandse universiteiten lopen het plausibele risico dat Amerikaanse academies de wederzijdse betrekkingen opzeggen juist vanwege het Nederlandse verbreken van de banden met Israëlische wetenschappelijke instellingen. “Dat is een bijzonder interessant scenario, dat ik zelf ook redelijk vaak heb overdacht”, reageert dr. de Bruijn.

Wilt u zich eerst graag kort introduceren bij onze lezers?

David de Bruijn: Ik ben geboren in Utrecht (1985), en jong naar Den Haag verhuisd. Tijdens studie in Utrecht op uitwisseling in Berkeley het idee opgevat om verder te gaan in de filosofie. Later Cambridge, toen Pittsburgh voor een PhD en daar tien jaar gewoond; een stad die ik erg leuk vind. En nu alweer een paar jaar werkzaam aan de faculteit in Auburn, Alabama.

U groeide op in Nederland. Welke ervaringen deed u op puur vanwege uw Joodse komaf?

David de Bruijn: Ik groeide op binnen de Liberaal Joodse Gemeente in Den Haag en de zionistische jeugdbeweging Haboniem. Jodendom was altijd deel van mijn identiteit, zowel in de vorm van mijn familiegeschiedenis, mijn familie in Israël en mijn eigen leven in Nederland. Maar het was al vrij vroeg duidelijk dat de politieke richting die Nederland nam geen enkele rekening hield met de positie van Joodse Nederlanders. Er viel, en valt, niet te rekenen dat het Nederlandse gezag uiteindelijk veiligheid biedt; dit zien we in Amsterdam, of onlangs in Barneveld. Laat staan dat de bestuurlijke klasse bereid is actie te ondernemen die ongemakkelijk is of buiten de Haagse normen valt.

Hoe vergelijkt u die periode met de huidige toestand van ongeremde Joden- en Israëlhaat in Nederland?

David de Bruijn: De situatie is onderhevig zowel aan een aantal ontwikkelingen sinds plusminus 2005: een veranderd Nederland, en steeds meer internationale trends en discours geïmporteerd uit de VS.

Ook lijkt het zo dat Nederlandse media en kranten geradicaliseerd zijn als reactie op de winst van de PVV en (misschien wel vooral de herverkiezing van Trump). Ze zien zichzelf als "het verzet", en voelen zich vrij de waarheid ondergeschikt te maken aan hun "strijd". (In dit aspect, zijn de Nederlandse media niet uniek; ook dit is een fenomeen dat is overgewaaid uit de VS.) In het algemeen zit er natuurlijk een groep (vaak jonge) mensen uit de hippe delen van de randstad die met elkaar overlapt en een groot deel van de stages en "young professional" banen in de media in handen heeft. Dat is de groep die de toon nu zet.

Toch moet ik, basaal gesproken, zeggen dat er veel gelijk is gebleven. De Nederlandse bestuurlijke klasse is zelfbewust te passief om verandering aan te brengen in ontwikkelingen die structureel negatief voor de Nederlands-Joodse gemeenschap zijn; en het media-establishment als geheel voelt weinig tot geen historische verantwoordelijkheid ten aanzien van Joods leven in Nederland.

Via welke kanalen/bronnen volgt u de ontwikkelingen in Nederland? Welke (kwalijke!) rol spelen daarin grosso modo de publieke en commerciële media?

David de Bruijn: Ik probeer het eigenlijk niet meer te volgen dan nodig is en vanuit Alabama ontkom ik vrij gemakkelijk aan alle bekende praatprogramma's. Het enige is dat ik me soms ergens verantwoordelijk voel íets bij te dragen aan het Nederlands discours, of het een en ander met betrekking tot de VS of het Midden-Oosten te corrigeren. Maar eerlijk gezegd: je zou er een dagtaak aan kunnen hebben!

Als academicus zal de vrije en veilige wetenschapsbeoefening voor docenten en studenten u na aan het hart liggen. Is die voor Joodse docenten en studenten werkelijk gewaarborgd aan uw universiteit, die van Auburn in de staat Alabama?

David de Bruijn: Zeker. In Auburn heb je geen enkel probleem op dit gebied. In de VS (en zéker in Auburn) zijn de sportactiviteiten van universiteiten heel belangrijk, en Auburn heeft een aantal van de beste teams in het land. De basketballcoach is Bruce Pearl, nationaal bekend en een zeer gepassioneerd voorvechter van Joodse belangen. De gemiddelde student in Auburn is vrij apolitiekdenk meer aan de typische fraternities en sororities—dus van politiek, anti-Israël extremisme is geen sprake. Ik heb af en toe een student met een Trump-petje, en soms zelfs één met een T-shirt van een Reagan-campagne uit de jaren '80.

Hoe schetst u de situatie in het algemeen voor de gehele Amerikaanse academische wereld, die juist vanwege ernstige antisemitische excessen (Harvard, Columbia, Princeton bijvoorbeeld) wereldwijd opzien baarde?

David de Bruijn: De academie staat mijns inziens voor een fundamentele keuze. Het was alleszins voorspelbaar dat de gebeurtenissen op Amerikaanse universiteitenen de rampzalige getuigenissen voor het Congresenorme gevolgen zouden hebben voor de academie in de VS. Het heeft allereerst een bepaalde rol gespeeld in de herverkiezing van Trump. En nu staan bepaalde universiteiten onder enorme druk. Nu staat natuurlijk voor alles dat studenten die niets met het geheel te maken hebben het slachtoffer zijn van bepaalde maatregelen die momenteel door de Trump-regering genomen lijken te worden. Daarbij komt dat het nog niet duidelijk is wat wél, en wat niet, van die maatregelen overeind zal blijven na de juridische procedures (Trump is niet bekend om zorgvuldig optreden). Maar feit blijft dat een goed deel van wat er te zien is geweest voortkomt uit de academie en dat de academie daar, in brede zin, geweigerd heeft verantwoordelijkheid voor te nemen. Het is nu tijd, mijns inziens, dat wel te doen.

In een recent interview met de Neue Zürcher Zeitung (NZZ) spreekt de medische specialist Manuel Battegay (Universiteit Basel) van een wereldwijde “antisemitische tsunami, die linksextreem en islamitisch is gestempeld”. Hoe duidt/analyseert u de huidige golf van virulente Jodenhaat?

David de Bruijn: Eén aspect is cultureel: het was onvermijdelijk dat de periode van écht besef van de Shoah voorbij zou gaan. Daarbij is het zo dat onze westerse cultuur verloederd is: moreel onverschillig, intellectueel onserieus etc. Voeg daaraan langetermijnstrategieën toe die westerse landen hebben gekozen en, ongeacht verkiezingen, hebben doorgezet met betrekking tot migratie en het aantrekken van arbeidskrachten (om economische redenen die mij, in de praktijk, niet helemaal duidelijk zijn). Maar óók vind ik zelf het meest gezonde perspectief het besef dat dit een terugkeer is tot de norm in de Joodse geschiedenis. Het was altijd naïef om te denken dat dit fenomeen na '45 niet zou wederkeren. En dus is het belangrijk voor Joden, en onze medestanders, zélf altijd het heft in handen te houden. Je leunt uiteindelijk op jezelf.

Battegay zegt ook ronduit in het vraaggesprek met NZZ het schrikbarend te vinden dat een klein deel van de hoogleraren de studenten zelfs nog tot antisemitisme aanspoort en hen op deze “van haat vervulde” weg zonder wikken of wegen voorgaat. Is dat ook uw ervaring/stand van kennis?

David de Bruijn: Er is een trend onder de intelligentsia—geenszins nieuw—om de relatief weinig grandioze dimensies van een bestaan van onderzoek en lesgeven leven in te blazen met allerlei apocalyptische "revolutionaire" plannen en die op hun studenten te projecteren. Dat bestaat zeker in de moderne academie, en is deel van hetgeen nu een enorme rekening oplevert voor de academie en de humanistiek in het bijzonder.

Blijft de cruciale vraag: waarom treden de Colleges van Bestuur niet op tot tegen deze giftige ideologisering/politisering exact ter bescherming van een vrije, vruchtbare wetenschapsbeoefening. Hoewel in de VS president Trump universitaire bestuurders financieel gewoon voor het blok zet. Met alle geweeklaag van dien… Graag uw commentaar/visie!

David de Bruijn: In Nederland is, mijns inziens, een heel groot deel van het publiek bestuurniet alleen overheid, maar ook overheid-gerelateerde instanties—een kwestie van klasse en de ambities die daarbij komen kijken. "Nette" Haagse politici van de juiste snit worden de rest van het land in geparachuteerd op bestuurlijke posities. Het belang van dergelijke bestuurders is vanzelfsprekend het behouden van die status. Dus vermijden ze conflict vrijwel ten koste van alles, en gaan ze zéker niet in tegen een agressieve stroming die weleens populair zou kunnen blijken bij het juiste publiek in Den Haag. Je ziet hier dat het echt een bepááld publiek is dat telt; gewelddadig pro-Palestijns activisme kan zeer impopulair zijn in het land, maar als een invloedrijke advocaat of ambtenaar daar wellicht eigen zoon of dochter mee associeert, zal een bestuurder tóch het hoofd buigen.

In Nederland speelt universitair het verbreken van de banden met Israëlische academische instellingen en onderzoeksinstituten. Nog afgezien van de kwaadaardige selectiviteit en de volstrekte schadelijke dwaasheid van zulke voornemens/besluiten, lopen Nederlandse universiteiten daarmee soms niet het risico dat Amerikaanse academies juist vanwege deze wetenschappelijke boycot van Israël de eigen contacten en samenwerking met de betrokken Nederlandse universiteiten (moeten) gaan opzeggen op basis van vigerende Amerikaanse wetgeving? Een kwestie van in je eigen zwaard vallen. Een plausibel scenario?

David de Bruijn: Dat is een bijzonder interessant scenario, dat ik zelf ook redelijk vaak heb overdacht. Bepaalde universiteiten--vooral in The South--zouden er misschien sowieso voor openstaan. Maar ook wettelijk kan het inderdaad potentieel een factor worden. Momenteel zou ik primair denken dat er zoveel gebeurt in de VS dat men niet let op wat een universiteit in Europa doet; maar de motivatie vanuit de Administration zou er zeker kunnen zijn.

In Duitsland valt op hoe sterk Joodse docenten en studenten, ja ook journalisten inmiddels, zich organiseren en weren tegen alle antisemitische aanvallen. Is dat ook in de VS het geval? En wat raadt u Joodse academici in Nederland aan? Ja, de gehele Joodse gemeenschap in Nederland?

David de Bruijn: Dat is een grote en belangrijke vraag. In de VS is dit zeker ook in toenemende mate het geval, en er is ook een gevoel dat pro-Palestijns extremisme wel voorkomt en soms zelfs moorddadig blijkt, maar zich daarmee ook in zekere zin marginaliseert. In Nederland zou ik zeker aanraden om de banden met de internationale wereld te benadrukken. De steun te zoeken bijvoorbeeld in de VS en Duitsland, en te wijzen op het feit dat het Nederland is dat zich isoleert door dit probleem niet aan te pakken. Moet wel gezegd worden dat Nederland dermate structureel impotent is bestuurlijk--het thema dat ik eerder noemde--dat er ook vooral veel in eigen hand genomen moet worden. De eigen bescherming, solidariteit en aanwezigheid bij Joodse bijeenkomsten etc. Het zal nu eenmaal niet zo zijn dat Nederland het eerste land zal zijn dat de rug zal rechten; althans, zo voelt het voor mij aan.

Wat is tot slot uw boodschap aan de meerderheid van de Nederlandse niet-Joodse bevolking, 80 jaar na de Tweede Wereldoorlog, 80 jaar na de Shoa, vis á vis zichtbare en hoorbare uitingen van onversneden Jodenhaat?

David de Bruijn: Ik denk dat, per saldo, deze situatie meer zegt over de ontwikkelingen in Nederland (en in bepaalde mate, de verwording van Nederland), dan dat het strikt gesproken over Joodse issues gaat. Het lukt Nederland niet -ook niet na herhaaldelijke verkiezingsresultaten, etc- de bestuurlijke klasse een andere richting op te duwen dan diegene die ze al decennia gaat. En het land lijdt er zichtbaar onder. Dat is het grootste thema dat, linksom of rechtsom, geadresseerd zal moeten worden. Een Nederland dat voor de burger weer voelt als een soeverein land waar hij of zij controle over uit kan oefenen. Een staat die luistert naar burgers.

Wat betreft het lot van zowel Nederlandse Joden alsook van Israël raad ik Nederland aan zoveel mogelijk die banden te behouden en versterken -ook omdat dit voor Nederland van belang is. We merken met de situatie in Rusland-Oekraïne dat ook Europa in onzekerheid verkeert, en de Joodse aanwezigheid in de wereld -in Nederland, in de VS, in Israël, etc- kan een belangrijke bondgenoot zijn. Dit moet Nederland niet uit de handen laten glippen doordat er een bepaalde, ideologisch radicale groep de boventoon voert bij de NOS, bij Oxfam of in de Volkskrant.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.