In erkenning van morele helderheid: een reflectie op “Wij willen niet zwijgen” - Eliyahu V. Sapir

Gepubliceerd op 9 augustus 2025 om 14:37

Een nieuwe verklaring met de titel Wij willen niet zwijgen, geschreven door dominee Max Staudt, circuleert onder christelijke gemeenschappen in Nederland en is te lezen op deze website. Het is een serieus document, zowel in toon als inhoud. Het roept de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) op om open en ondubbelzinnig te reageren op de dramatische toename van antisemitisme sinds 7 oktober. Deze oproep is niet geworteld in politieke gemakzucht, maar in een diepe betrokkenheid bij een gedeelde geschiedenis, een gezamenlijk verbond alsmede in een morele verantwoordelijkheid.

Wat deze verklaring onderscheidt, is het heldere en precieze begrip van de relatie tussen de Kerk en het Joodse volk. Het plaatst deze relatie niet alleen in het kader van morele solidariteit, maar als een gedeelde geschiedenis en lotsverbondenheid — een verbinding die diepe verantwoordelijkheid met zich meebrengt voor beide gemeenschappen. De verklaring spreekt ook over de verontrustende vervormingen in het publieke discours, zoals ongegronde beschuldigingen van genocide, collectieve schuld en medeplichtigheid, en wijst op de rol van media, academici en politieke instellingen die deze leugens toelaten of zelfs versterken.

Op de gedeelde morele basis van de Joods-christelijke traditie stelt de verklaring dat zwijgen in het aangezicht van groeiende haat geen neutraliteit is, maar falen om te handelen. Het daagt de Kerk uit om bewust en publiekelijk te kiezen — niet alleen om het verleden te herinneren, maar om verantwoordelijkheid te nemen in het heden.

Sinds 7 oktober 2023 is wat begon als publieke kritiek op het Israëlisch beleid in veel kringen veranderd in openlijke vijandigheid jegens Joden en Israëli’s. De impact op het Joodse leven in Nederland is reëel en ernstig: synagogen en scholen hebben bescherming nodig, Joodse stemmen op universiteiten worden vaak het zwijgen opgelegd, velen verbergen hun identiteit in het openbaar, en zelfs bescheiden uitingen van bezorgdheid over Israëlische burgers brengen steeds grotere risico’s met zich mee. Dit zijn geen abstracte zorgen — het zijn dagelijkse realiteiten.

Maar deze druk beperkt zich niet tot de Joodse gemeenschap. Christenen die Israël steunen of zich duidelijk tegen antisemitisme uitspreken, worden steeds vaker geconfronteerd met intimidatie en bedreigingen. De herhaalde besmeuring van het centrum van de stichting Christenen voor Israël in Nijkerk, de verstoring van bijeenkomsten en bedreigingen aan het adres van medewerkers van dezelfde stichting zijn geen marginale incidenten. Ze weerspiegelen een klimaat waarin mensen die handelen naar Bijbelse waarden, menselijke waardigheid, waarheidsgetrouwheid en morele verantwoordelijkheid vaak als agitatoren worden bestempeld, terwijl taal die haat aanwakkert wordt beschermd onder het vaandel van een valse tolerantie en onbehagelijke gevoelens juist bij genoemde vreedzame, gezagsgetrouwe burgers kweekt.

Soms beschermen instellingen die mensenrechten moeten verdedigen juist degenen die verdeeldheid en haat zaaien. Dit is niet alleen een politieke omkering, maar een morele — en juist deze omkering adresseert de verklaring. Het weigert zwijgen als neutraal te beschouwen en vraagt de Kerk haar eigen reactie, of het gebrek daaraan, onder ogen te zien als een test van haar trouw aan de waarheid, haar verantwoordelijkheid jegens toekomstige generaties en haar rol in het bewaken van de morele fundamenten van onze democratische samenleving.

Solidariteitsuitingen als deze verklaring zijn niet alleen welkom — ze zijn essentieel. Maar ze vragen om meer dan dankbaarheid; ze vragen om actieve betrokkenheid en partnerschap. Op een moment dat de Joods-christelijke dialoog vaak beperkt blijft tot symbolische gebaren of historische erkenning, opent deze verklaring de deur naar vernieuwde samenwerking die is geworteld in gedeelde morele verplichtingen.

Die samenwerking moet verder gaan dan verklaringen en vorm krijgen in gestructureerde relaties tussen christelijke sympathisanten/ondersteuners van de Joodse staat Israël én Joden en Israëli’s die in Nederland wonen. Het versterken van deze relaties is geen kwestie van liefdadigheid of diplomatie — het is een civiele noodzaak, verankerd in onze verweven geschiedenissen en gedeelde waarden.

Er zijn al bemoedigende voorbeelden. Onlangs woonde ik in Aken de opening bij van de reizende tentoonstelling Antisemitismus für Anfänger, georganiseerd door de Deutsch-Israelische Gesellschaft Aachen e.V. De tentoonstelling, die plaatsvond in een galerie, combineert historische documentatie, educatief materiaal en getuigenissen om klassieke en hedendaagse vormen van antisemitisme onder ogen te zien. Wat de bijeenkomst extra kracht gaf, was niet alleen de inhoud, maar ook de sfeer: christenen en Joden, Duitsers en Israëli’s kwamen samen om een gedeelde zorg eerlijk, waardig en vastberaden aan te pakken. Het was geen ritueel van herinnering, maar een levendige dialoog — een glimp van wat echte civiele solidariteit kan zijn wanneer die is geworteld in principes en publiek wordt vormgegeven.

De verklaring “Wij willen niet zwijgen” opent een deur. De vraag is nu hoe wij, in kerken, Joodse gemeenschappen, universiteiten en het publieke domein, ervoor kiezen te reageren. Het versterken van deze relaties is essentieel — het is niet slechts een gebaar van goede wil, maar een noodzakelijkheid voor een rechtvaardige en vrije samenleving.

Zoals de profeet Micha leert:
“Hij heeft u bekend gemaakt, o mens! wat goed is; en wat eist de Heere van u, dan recht te doen, en weldadigheid lief te hebben, en ootmoediglijk te wandelen met uw God?.” (Micha 6:8)

Deze oproep daagt ons allen uit — niet te zwijgen, maar rechtvaardigheid, barmhartigheid en nederigheid te beoefenen. Alleen dan kunnen we een duurzaam moreel partnerschap bouwen dat onze tijd vereist.

Reactie plaatsen

Reacties

Ria van der Bas
9 uur geleden

Deze verklaring is een stuk getuigenis geschreven uit een diepgewortelde en innige verbondenheid met het Joodse Volk. Wij zullen niet zwijgen. Ik ook niet NIMMER. Dank. Ik kan hier alleen maar Amen op zeggen.