“Nederlandse politie heeft zich in een strategische val gemanoeuvreerd – neutraliteit en seculariteit zijn NOOIT onderhandelbaar, maar zijn in de praktijk afgezwakt” – interview met een insider, gepensioneerd oud-inspecteur Nationale Politie Max Engelander

Gepubliceerd op 30 december 2025 om 02:27

In 2008 richtte Max Engelander, nakomeling van een Shoah-overlevende, het Joodse Politienetwerk op binnen onze nationale politie. Na een lange loopbaan van 45 jaar doet het hem pijn dat antisemitisme steeds vaker wordt gebagatelliseerd of simpel wordt weggewuifd als “antizionisme”. Uitingen, bedreigingen en intimidaties, die onmiskenbaar zijn gericht tegen Joden als Joden, worden naar zijn mening onvoldoende onderkend door de politieleiding: “buitengewoon zorgelijk”. En passant ondermijnt de politietop evenzeer haar publieke gezag door geen consistente handhaving van de neutraliteit en seculariteit van en binnen het politiekorps.

Hoe kijkt u aan tegen de neutraliteit van politieambtenaren, zeker in een tijd waarin maatschappelijke en internationale conflicten steeds meer doorwerken in het politiewerk?

Max Engelander: Wat ik zie – en steeds vaker – is dat politiemensen zich openlijk politiek uitspreken, terwijl zij herkenbaar in functie en in uniform opereren. Niet als burger, maar als vertegenwoordiger van het gezag. Dat is niet alleen in strijd met de gedragscode van de politie, maar raakt rechtstreeks aan artikel 1 van de Grondwet en, fundamenteler nog, aan het vertrouwen van burgers in de neutraliteit van het korps.

Een schrijnend voorbeeld is Mohammed El Arrag, hoofdinspecteur en recruiter bij de politie-eenheid Den Haag. Hij gebruikt LinkedIn structureel als podium voor politieke en ideologische boodschappen, vrijwel altijd rond islam, moslims, moskeeën en aanverwante thema’s. Of het nu gaat over Srebrenica, de NAVO-top of demonstraties: alles wordt gefilterd door zijn persoonlijke overtuiging. Dat hij daarbij openlijk stelt “niet te geloven in neutraliteit” is ronduit ontluisterend voor iemand die het geweldsmonopolie van de staat vertegenwoordigt.

Dit staat niet op zichzelf. Ook andere politiemedewerkers, zoals Ben Nassir Bouayad (eenheid Midden-Nederland) en Shifano Liesdek, uiten zich publiekelijk op vergelijkbare wijze. Dat dit gedrag bovendien steun of in ieder geval geen correctie krijgt vanuit gezaghebbende kringen – waaronder oud-hoofdcommissaris Bernhard Welten – maakt duidelijk dat dit geen incident is, maar een structureel falen van leiding, betreffende normstelling en toezicht.

Heeft u zelf te maken gehad met antisemitisme binnen of rondom uw werk bij de politie? Zo ja, op welke manier heeft dit u geraakt?

Max Engelander: Tijdens mijn politiecarrière heb ik meerdere keren antisemitisme binnen de organisatie meegemaakt. In die gevallen heb ik betrokkenen altijd direct aangesproken. Wegkijken is geen optie, zeker niet binnen een organisatie die de rechtsstaat moet belichamen.

Ook buiten de politie heb ik antisemitisme meegemaakt, soms in expliciet strafrechtelijke context. In meerdere gevallen heb ik daarvoor aanhoudingen verricht. Dat onderstreept dat antisemitisme geen abstract begrip is, maar een hardnekkig en reëel maatschappelijk probleem.

Wat is uw visie op evenementen zoals het Halal Village Festival en de rol van de politie daarbij, met name wanneer dergelijke evenementen gepaard gaan met politieke of ideologische boodschappen?

Max Engelander: De aanwezigheid van een grote politiestand op een evenement met een uitgesproken politieke en pro-Palestijnse signatuur vind ik een ernstig verkeerd publiek signaal. Niet omdat de politie geen contact mag hebben met gemeenschappen, maar omdat hier zeer duidelijk de grens tussen verbinden en legitimeren wordt overschreden.

Het recente Telegraaf-artikel over het Halal Village Festival bevestigt dit beeld. Op dit evenement was sprake van expliciete activistische uitingen: watermeloen-campagnes, slogans rond het Israël-Palestina-conflict en andere sterk gepolitiseerde symboliek. Simpelweg onaanvaardbaar dat de politie daar aanwezig was met een beursstand en dat nota bene naast een beursstand van Islamic Relief. Een organisatie die in Duitsland wordt gelinkt aan de moslimbroederschap. Toenmalig minister Kaag heeft de subsidie voor deze organisatie ingetrokken in 2021 en diezelfde organisatie wordt in de UAE gezien als een terroristische organisatie, maaaaar de politie heeft naast deze organisatie een beursstand.

Wanneer de politie zich in zo’n context zichtbaar positioneert, ontstaat onvermijdelijk de indruk dat zij zich identificeert met een bepaalde politieke of culturele richting. Dat is schadelijk. De politie behoort zichtbaar neutraal, seculier en afstandelijk te opereren. Door dat niet te doen, schaadt zij het vertrouwen van andere groepen in de samenleving – waaronder de Joodse gemeenschap – en ondermijnt zij haar eigen gezag.

Kunt u toelichten waarom het Joods Politienetwerk is opgericht en welke doelen het netwerk nastreeft?

Max Engelander: Ik heb het Joods Politienetwerk in 2008 opgericht omdat er binnen de politie destijds geen enkel inhoudelijk kader bestond om antisemitisme te herkennen, te duiden of serieus te adresseren. Dat was geen randprobleem, maar een concreet operationeel tekort.

Ik ben inmiddels drie jaar met pensioen. De situatie binnen de politie kan sindsdien zijn veranderd, ten goede of ten kwade. Mijn oordeel is gebaseerd op mijn ervaringen tot aan mijn vertrek en op signalen die mij daarna zijn blijven bereiken.

Wat ik zie, is dat antisemitisme steeds vaker wordt gebagatelliseerd of weggezet als ‘antizionisme’, terwijl de uitingen, bedreigingen en intimidaties onmiskenbaar gericht zijn op Joden als Joden. Dat dit onvoldoende wordt onderkend aan de top van de organisatie is buitengewoon zorgelijk.

Keyvan Shahbazi, oud-docent van de politieacademie, analyseert dat sommige netwerken binnen het politiekorps zijn verworden tot een soort lobbygroepen. “De politie heeft door een verwarrend diversiteitsbeleid van alles binnengehaald.” Ze ontbeert ook het lef om haar neutraliteit en seculariteit te handhaven, oordeelt Shahbazi. Hoe beoordeelt u het huidige diversiteit- en inclusiebeleid binnen de Nederlandse politie? Ziet u voldoende aandacht voor Joodse collega’s en hun zorgen?

Max Engelander: Ik onderschrijf grotendeels de analyse van Keyvan Shahbazi. Netwerken zijn ontstaan vanuit een begrijpelijke behoefte aan erkenning, maar sommige zijn geëvolueerd tot belangenplatforms.

Mijn ervaring is dat kritische vragen – zeker wanneer zij raken aan antisemitisme of neutraliteit – al snel worden weggezet als ‘gevoelig’ of ‘ongewenst’. Dat creëert geen veilige werkomgeving, maar een cultuur van zelfcensuur.

Ziet u een risico dat politieambtenaren hun persoonlijke overtuigingen laten doorwerken in hun professionele handelen? Hoe groot acht u dit risico?

Max Engelander: De politie heeft zichzelf in een strategische val gemanoeuvreerd. Neutraliteit en seculariteit zijn NOOIT onderhandelbaar, maar zijn in de praktijk helaas afgezwakt. 

Door ingekorte opleidingen en personeelstekorten is het professionele en morele kompas van het korps verarmd. Dit is geen incident, maar een structureel probleem. Zonder duidelijke koerswijziging is dit pas het begin. 

Welke impact heeft antisemitisme gehad op uw persoonlijke leven en dat van uw gezin?

Max Engelander: Na 45 jaar dienst doet het pijn om te zien hoe antisemitisme terugkeert in een nieuwe verpakking. Voor iemand met mijn familiegeschiedenis is dat diep kwetsend.

Wat mij overeind houdt, is plichtsbesef. Zwijgen is geen optie. Neutraliteit en rechtsstatelijkheid zijn geen abstracte begrippen, maar waarden die verdedigd moeten worden – juist wanneer dat ongemakkelijk is. 

Denkt u dat er sprake is (of kan komen) van een Joodse exodus uit Nederland? Wat zijn volgens u de belangrijkste oorzaken?

Max Engelander: Dit is geen hypothetische vraag meer. Binnen de Joodse gemeenschap wordt hier openlijk en serieus over gesproken.

Wanneer mensen structureel het gevoel krijgen dat de overheid hen niet kan of wil beschermen, volgt altijd dezelfde afweging: blijven of vertrekken. Dat is een alarmsignaal van formaat voor een democratische rechtsstaat.

Wat verwacht u concreet van de korpsleiding en het ministerie als het gaat om het waarborgen van neutraliteit en veiligheid?

Max Engelander: Ondanks herhaalde waarschuwingen – ook vanuit de Tweede Kamer (Motie Ingrid Michon) – blijft daadwerkelijke opvolging uit. Moties die de neutraliteit van de politie benadrukken, blijven dode letters. 

Tot op heden is niet opgetreden tegen politiemedewerkers die zich op sociale media politiek profileren. Dat staat in schril contrast met mijn eigen ervaring: interviews die ik gaf, werden destijds tot op de komma beoordeeld door de afdeling persvoorlichting. Vandaag lijkt die norm volledig losgelaten. Dat kennelijk de korpsleiding niet gelooft in neutraliteit, is uiterst verontrustend. 

Wanneer een rechtsstaat zijn politie niet boven politieke stromingen weet te plaatsen, raakt dat zijn fundamenten.

Welke aanbevelingen zou u willen meegeven aan het kabinet en de politietop om antisemitisme structureel aan te pakken?

Max Engelander: Een politie die zichtbaar partij lijkt te zijn – of dat niet actief voorkomt – ondermijnt haar eigen legitimiteit. Dit moet stoppen.

Neutraliteit is geen wens, maar een absolute voorwaarde voor de rechtsstaat. Mijn advies is helder: de minister moet via een koninklijk besluit de korpsleiding verplichten om harde maatregelen te nemen. Politieambtenaren mogen zich niet langer politiek of ideologisch uitspreken via sociale media. Een totaalverbod is noodzakelijk.

Juist omdat politieambtenaren mensen zijn, is professionele distantie essentieel.

Geen activisme onder uniform.

Geen morele weging boven de wet.

Wel: objectief, voorspelbaar en gelijk optreden voor iedere burger.

Wanneer burgers twijfelen aan de neutraliteit van de politie, knaagt dat direct aan de fundamenten van onze rechtsstaat. Het is niet zonder reden dat de Tweede Kamer zich inmiddels weer buigt over politieneutraliteit en activisme binnen het korps. Naar mijn mening is het onbestaanbaar dat de korpsleiding het gedrag van sommige politiemedewerkers ongemoeid laat zonder dat daar consequenties aan worden verbonden. 

 

Ilustratie:

Officieel gedenkboek 1938. Uitgeg. t.g.v. het veertigjarig regeeringsjubileum van Hare Majesteit Koningin Wilhelmina der Nederlanden Prinses van Oranje-Nassau Hertogin van Mecklenburg enz. enz. enz. op 6 September 1938