Verandering bezettingsbeleid Universiteit Utrecht komt voort uit gebrek aan leiderschap - Eliyahu Sapir en Amanda Kluveld

Gepubliceerd op 7 juni 2025 om 15:59

Deze week kondigde de Universiteit Utrecht stilletjes aan dat zij haar eerder uitgesproken “absolute verbod” op gebouwbezettingen loslaat. Voortaan zullen protestkampen en bezettingen “van geval tot geval” worden beoordeeld. Daarmee neemt de universiteit afstand van de landelijke richtlijnen voor demonstraties in het hoger onderwijs, en creëert zij een gevaarlijk precedent voor het universitaire leven in heel Nederland — en mogelijk daarbuiten.

Door niet langer helder te stellen wat wel en niet wordt toegestaan, en pas in te grijpen bij “ernstige belemmering” (een term die niet wordt gedefinieerd), geeft de universiteit in feite carte blanche aan activistische groepen om naar eigen inzicht ruimtes in te nemen.

Vandaag gaat het om spandoeken die oproepen tot boycots; morgen kunnen het vergaderingen zijn waarin geweld wordt gelegitimeerd of hele collegezalen die langdurig worden bezet. Met elke actie schuift de grens op. In plaats van leiding te nemen, belandt de universiteit in een permanente reactie­stand.

Erger nog: met deze beleidswijziging legitimeert de UU impliciet de bezettingen van het afgelopen jaar. Daarmee worden de acties van pro-Hamasdemonstranten — die colleges verstoorden, apparatuur vernielden en Joodse en Israëlische studenten intimideerden — niet veroordeeld, maar alsnog genormaliseerd. Het is alsof het verschil slechts lag in timing en toon. Door niet duidelijk te stellen dat dit gedrag onacceptabel is, moedigt de universiteit herhaling aan van juist die tactieken die ze eerder publiekelijk afwees.

Wat begon als demonstraties tegen Israël, groeide uit tot bredere vijandigheid. Bezette universiteitsgebouwen werden beklad met leuzen tegen “het Westen”, en opruiende teksten waarin de Nederlandse democratie zelf werd verworpen. Door dit gedrag in principe te tolereren, laat de UU zien dat zij óf niet kán, óf niet wíl optreden. Het eerdere verbod op bezettingen faalde immers niet omdat het onduidelijk was, maar omdat het niet werd gehandhaafd.

Deze koerswijziging gaat niet over het beschermen van vrije meningsuiting — het gaat over het uit handen geven van controle over de campus. Vandaag zijn de doelwitten Joodse studenten en Israëli’s. Morgen kan het iedereen treffen die het mikpunt wordt van de volgende radicale groep.

Een universiteit hoort een plek te zijn waar vrij onderzoek, kritisch debat en intellectuele integriteit worden beschermd. Dat vraagt om duidelijke grenzen — en de moed om die ook te handhaven. Wie in plaats daarvan kiest voor vaagheid en “casuïstiek”, stuurt een dubbel signaal: radicalen mogen hun gang gaan, zolang ze niet té ver gaan; gematigde stemmen en minderheden krijgen te horen dat hun recht op veiligheid en vrij onderwijs afhankelijk is van de situatie.

Het college van bestuur heeft procedurele twijfel boven principieel leiderschap gekozen. Daarmee ondermijnt het vertrouwen in zijn vermogen om de academische gemeenschap te beschermen.

Vage handhaving bevoordeelt altijd de luidste stemmen. Wie afwijkende meningen verkondigt, zeker over gevoelige thema’s, loopt toenemend risico op intimidatie — openlijk of subtiel. Als demonstranten ongestoord collegezalen dagenlang mogen bezetten, wat zegt dat over de veiligheid van een docent die een ongemakkelijk thema aansnijdt?

Academische vrijheid is geen slogan. Ze is de ruggengraat van wetenschap. Die vrijheid wordt uitgehold wanneer een universiteit het verschil niet meer wil maken tussen protest en ontwrichting.

Onderzoeksprojecten vereisen stabiele toegang tot bibliotheken, laboratoria en werkplekken. Als ruimtes dagenlang geblokkeerd kunnen worden zonder sancties, komen experimenten tot stilstand, gaan deadlines verloren en heroverwegen internationale partners hun samenwerking.

Ook studenten, zeker uit kwetsbare groepen, zullen huiverig worden om zich in te schrijven als hun veiligheid niet gewaarborgd is.

Dit beleid brengt niet alleen de colleges van dit semester in gevaar, maar ook de internationale reputatie van de universiteit als veilige en betrouwbare onderwijsinstelling.

De positie van Universiteit Utrecht in het mondiale academische veld berust op vertrouwen: bij studenten, bij onderzoekers, en bij financiers. Nationale partijen als het ministerie van OCW en de NWO, maar ook EU-consortia, zullen zich moeten afvragen of Utrecht haar verplichtingen nog kan nakomen en haar autonomie wel aankan.

Ook in de VS, waar instellingen als Columbia en Harvard samenwerken met het UMC Utrecht aan door de NIH gefinancierde projecten, zal men zich beraden. Als protesten de veiligheid of continuïteit van onderzoek bedreigen, moeten ook Amerikaanse subsidieverstrekkers zoals de NIH zich herbezinnen.

Wat de universiteit op korte termijn aan rust denkt te winnen door appeasement, dreigt zij op lange termijn te verliezen aan reputatie, samenwerkingsverbanden en cruciale financiering.

Echte nuance betekent niet: alles maar toelaten uit angst om partij te kiezen. Het betekent: duidelijke grenzen hanteren, en die eerlijk en consequent toepassen.

Demonstraties moeten welkom zijn — mits vooraf aangemeld, vreedzaam van aard, en zonder bedreiging, haatzaaierij of de verheerlijking van geweld. Bezettingen zijn per definitie in strijd met die principes. Ze horen verboden te blijven.

Door het zerotolerancebeleid los te laten en te vervangen door vage “casuïstiek”, kiest de universiteit voor vaagheid boven duidelijkheid — en voor buigen boven beschermen.

De Universiteit Utrecht moet deze terugtrekkende beweging terugdraaien. Er is behoefte aan een helder, stevig beleid dat het recht op protest respecteert, maar ook zonder voorbehoud de veiligheid, het onderwijs en het onderzoek beschermt.

Het bestuur moet weer gaan besturen: leiderschap tonen, grenzen stellen, helder communiceren en naleving afdwingen.

Wie dubbelzinnige bezettingen tolereert, tolereert de ondermijning van alles wat een universiteit waardevol maakt.

Er is nog tijd om het juiste te doen. De toekomst van de academische vrijheid — en de internationale positie van Universiteit Utrecht — hangt ervan af.  

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.