
We naderen de herdenking van de dag van de grote pogrom die opvallend vaak wordt vergeten of weggecijferd. Op 7 oktober 2023 pleegde Hamas een gecoördineerde terroristische aanval op Israël waarbij circa 1.200 mensen werden vermoord en 251 gegijzeld. Nog steeds wordt er gesproken over “gesneuvelde militairen”, “buitenlandse slachtoffers” en “onschuldige burgers”. Dat onderscheid is misleidend en moreel onhoudbaar. Alle slachtoffers waren burgers, ongeacht hun leeftijd, beroep of afkomst. Het is een fundamentele verdraaiing van de werkelijkheid om het tegenovergestelde te suggereren.
Er was immers geen oorlog. Hamas is geen staat en heeft Israël nooit officieel de oorlog verklaard. Juridisch en feitelijk ging het om een terreuraanslag, niet om een militaire confrontatie tussen twee strijdkrachten. Wie spreekt van gesneuvelde militairen, adopteert de framing van Hamas: alsof zij legitieme oorlogshandelingen uitvoerden tegen een militair doel. Dat is niet alleen onjuist, het is gevaarlijk. Het normaliseert een 'logica' waarin een samenleving collectief als aanvaardbaar doelwit wordt gezien.
De keuze van Hamas laat zien wat werkelijk gebeurde. Het doel was geen strategisch of militair voordeel behalen door militaire complexen, infrastructuur of installaties aan te vallen, maar dorpen, kibboetsim en een muziekfestival te treffen. Kinderen, ouderen, toeristen en gezinnen werden doelbewust geëxecuteerd, vaak met buitensporig geweld en op gruwelijke wijze. Zelfs huisdieren werden niet gespaard. Het doel was niet een strijdmacht verzwakken, maar zoveel mogelijk mensen doden, ongeacht hun nationale afkomst of functie.
Ook Israëlische militairen die op dat moment thuis waren, hun vrije tijd doorbrachten of op straat liepen, waren geen strijdende partij. Ze werden als burgers vermoord, net zoals ieder ander slachtoffer. Voor Hamas bestond de Israëlische samenleving in haar geheel uit vijanden; er was geen onderscheid tussen soldaat en burger, tussen militaire post en gezin. Het was een systematische, methodische aanval op de civiele populatie.
Het onderscheid tussen “burgers” en “soldaten” is niet alleen misleidend, het is ook moreel gevaarlijk. Het wekt de suggestie dat sommige doden minder ernstig of zelfs gerechtvaardigd zouden zijn. Zo verspreidt Hamas ongemerkt haar eigen ideologie: dat Israëli’s geen gewone burgers zijn, maar een collectief legitiem doelwit. Wie dit taalgebruik overneemt, kijkt onbedoeld door de ogen van de daders en verliest de afstand tot hun gedachtegoed.
Het begrip burger moet ruimer worden opgevat dan de enge juridische tegenstelling tot militair. Sociologisch en filosofisch is een burger iemand die deelneemt aan een samenleving, die zich identificeert met een gemeenschap, die dagelijks bijdraagt aan het sociale en culturele weefsel van een land. Vanuit dat perspectief waren álle slachtoffers van 7 oktober burgers: kinderen, dienstplichtigen, studenten, toeristen, ouderen - allen onderdeel van de levendige Israëlische samenleving. Hamas maakte geen onderscheid, en wij mogen dat evenmin doen in onze morele beoordeling.
Wie toch onderscheid maakt tussen burgers en “legitieme” doelwitten, schuift ongemerkt richting een totalitaire denkwijze. De geschiedenis laat zien wat er gebeurt als slachtoffers worden gereduceerd tot categorieën die zogenaamd “aanvaardbaar” zijn om te doden: de Joden in nazi-Duitsland, de Tutsi’s in Rwanda, de moslims in Srebrenica, intellectuelen onder de Rode Khmer. Zodra geweld op die manier wordt gerechtvaardigd, is het slechts een kwestie van tijd voordat het escaleert. Het opdelen van burgers in hiërarchieën van waarde opent de deur naar massamoord en genocide.
Taal is immers nooit neutraal. Woorden als “gesneuvelde militairen” of “buitenlandse slachtoffers” suggereren dat sommige doden minder of meer belangrijk zijn, terwijl dat een fatale verdraaiing van de werkelijkheid is. 1.200 mensen werden vermoord, puur omdat ze deel uitmaakten van die Israëlische samenleving. Leeftijd, beroep of nationaliteit deed er niet toe; hun burgerschap maakte hen tot doelwit.
De aanval van 7 oktober was niets anders dan een brute terroristische aanslag op gewone burgers. Wie dat ontkent, de taal verzacht of nuances toevoegt die de daders ontlasten, miskent niet alleen de geschiedenis, maar ook het lijden van de slachtoffers. Pogingen om deze massamoord te relativeren brengen ons dichter bij een wereld waarin geweld tegen burgers normaal wordt gevonden als er een hoger doel was in het aanvallen van soldaten. Een wereld waarin terroristen hun dodelijk verhaal kunnen onderbouwen en zo steun verkrijgen onder aanhangers.
Opmerkelijk is echter dat veel activisten, wanneer zij over Gaza spreken, elk onderscheid tussen burgers en strijders resoluut verwerpen. Zij wijzen op de burgerdoden in Gaza en benadrukken dat daar enkel niet-strijders worden gedood. Sommigen voegen eraan toe: “Ik ben een Gazaan, een Palestijn.” Maar wie weigert hetzelfde principe toe te passen op 7 oktober en de Israëlische slachtoffers niet als burgers erkent, spreekt met twee monden. Feitelijk nemen zij het ideologische kader van Hamas over, en dat is een moreel verwerpelijke inconsistentie.
De slachtoffers van 7 oktober werden vermoord vanwege hun burgerschap, vanwege hun aanwezigheid binnen de Israëlische gemeenschap. Hun leeftijd, nationaliteit of beroep speelde geen rol. In dat moment, op die plekken, werden zij allen tot Israëliër en Jood gemaakt. Zoals president John F. Kennedy ooit zei over Berlijn: Ich bin ein Berliner. In dit geval geldt: Ik ben een Israëliër, ik ben een Jood. De aanslag had één enkel doel: vernietiging van burgers vanwege hun identiteit en aanwezigheid in Israël.
Dit maakt de gebeurtenis van 7 oktober tot wat zij was: geen oorlogshandeling, geen bevrijdingsstrijd, geen legitiem militair conflict, maar een massamoord op burgers. Politieke woordspelletjes die sommige doden bestempelen als “legitiem” en andere als “onschuldig” zijn onhoudbaar en dienen resoluut te worden verworpen.
Tijdens de komende herdenkingen moeten we werkelijk oog hebben voor wat er die dag gebeurde. Het gaat niet om cijfers, maar om mensen: hun namen, hun gezichten, hun levens die op brute wijze werden afgebroken. Gewone burgers, die probeerden te leven. Stiltes, herdenkingen en momenten van herinnering zijn niet alleen respectvol, ze zijn nodig om te voorkomen dat de wereld vergeet wat er is gebeurd. Pas door het leed opnieuw te zien, kunnen we ons verzetten tegen de irrationele logica die burgers tot doelwit maakt.
De slachtoffers van 7 oktober waren gewone burgers, punt. Wie dat negeert - of meegaat in de woordspelletjes van Hamas en hun sympathisanten - ontkent dit fundamentele feit en legitimeert daarmee indirect hun geweld. Hetzelfde geldt voor degenen die met vlaggen en keffiyehs onze straten en evenementen innemen: ook zij volgen dezelfde logica die mensen tot legitiem doelwit maakt: Israël is de vijand en er bestaan geen burgers meer.
De waarheid is helder en onveranderlijk: ze werden vermoord omdat ze leefden, omdat ze deel uitmaakten van een gemeenschap, omdat ze Joods waren. Wie dat niet durft te erkennen, kiest niet voor nuance, maar voor medeplichtigheid.
Bernd Timmerman, historicus & socioloog
Reactie plaatsen
Reacties