
Het begon zogenaamd onschuldig: een vlag hier, een spandoek daar, een keffiyeh in de etalage van de morele winkelstraat. Maar inmiddels is het ronduit terreur. Voor de tweede keer is de Vuelta, dat feest van sport en vrijheid, op ruwe wijze verstoord door activisten. Nee, laten we het monster eindelijk bij de naam noemen: terroristen. Want wie met intimidatie, ontregeling en dreiging het maatschappelijk leven gijzelt, bedrijft terreur. Het wachten is nog slechts op de eerste echte slachtoffers.
Het scenario ligt al klaar. Een renner van het Israëlische team die van de fiets wordt geslagen. Een synagoge die in brand vliegt. Een Joodse bakker die door een opgehitste menigte wordt aangevallen. Of een Israëlisch kwartet dat de muziek niet haalt omdat fanatieke schreeuwers vinden dat hun noten politiek besmet zijn. En geloof me: zodra het gebeurt, staan dezelfde fundamentalistische activisten klaar met hun obligate riedel: “Ze hebben het zelf uitgelokt.” Antizionisme, antisemitisme in combinatie met aanvallen op het Westen en de democratie.
Deze fanatici zijn geen bezorgde burgers die zich zorgen maken over humanitaire tragedies. Nee, ze zijn sektarische seculiere gelovigen, bezeten door de illusie van de “bevrijding van Gaza”. Ze hebben hun ziel verkocht aan de geesten van Hamas. 7 oktober was voor hen geen nachtmerrie, maar een verleiding. Sindsdien lopen ze in extase rond, als bezetenen die slechts drie spreuken kennen: Free Gaza. Free Palestine. From the River to the Sea.
Wat zien we? Niet activisme, maar een pseudoreligieuze sekte. Ze aanbidden hun idool, het lijden van Gaza, en offeren alles daaraan op: rede, nuance, compassie, democratische regels. Het doel heiligt voor hen elk middel, en dat middel is terreur - al is het nog vermomd als zangkoor op een station of als vlaggenregen langs een wielerparcours. Vandaag zijn het vlaggetjes, morgen messen, overmorgen bommen.
Wie dit overdreven vindt, begrijpt niets van radicalisering. Vraag het de geschiedenis: bij Fortuyn begon het met een taart, eindigde het met kogels. Bij Van Gogh met bedreigingen, eindigde met een mes door keel en in zijn borst. Zo gaat het altijd: fanatisme begint klein en eindigt in bloed.
En natuurlijk, kritiek op Israël kan. Compassie voor burgers in Gaza mag. Vragen aan Israëlische politici over de grenzen van zelfverdediging zijn legitiem. Maar dát is niet waar deze moderne Gaza-zeloten naar op zoek zijn. Zij willen geen gesprek, geen waarheid, geen nuance. Zij willen één ding: het absolute, het totale, de vernietiging van Israël. En ironisch genoeg marcheren daar vrolijk kinderen, LHBTQIA+-mensen en regenboogvlaggen-meisjes mee, zonder te beseffen dat in de 58e theocratische moslimstaat die hun sekte voor ogen heeft, hun eigen levensstijl verpletterd zou worden.
Wat maakt deze beweging zo gevaarlijk? Dat ze niet alleen intolerant is in denken, maar ook in haar daden terreurelementen vertoont. Bezette stations. Geïntimideerde passanten. Publieke evenementen gegijzeld door vlagvertoon. Het zijn aanslagen op de samenleving, niets minder. Terreur is niet pas terreur wanneer er bloed vloeit. Terreur is ook: angst zaaien, het openbare leven verstoren, en een politieke wil opleggen buiten de democratische orde.
En dit radicale patroon is breder. Denk aan de fundi-farmers met hun trekkers, de klimaat-guerrilla met haar soep en lijm, de burgeroorlog rond zwarte en regenboogpiet, de bruinhemden die korans verbranden, of de ambtenaren die in soldatentaal de democratie met laarzen betreden. In al deze verschijnselen zien we hetzelfde virus: mensen die zich verbeelden dat hún doel groter is dan de democratische orde. Het gaat mij er niet om of de doelen steunwaardig zijn of niet: het betreft het verworden van sociale bewegingen tot intolerante gevaarlijke massahysterie.
De pro-Palestina sekte is wellicht het meest maniakaal. Haar obsessie is totaal. Voor de volgelingen bestaat er niets buiten Gaza. Geen oog voor de miljoenen moderne slaven in Azië. Geen aandacht voor de hongersnoden in Soedan of Afghanistan. Geen compassie voor slachtoffers van seksisme, armoede of kindermishandeling. Zelfs geen hart voor de planeet waar ze zogenaamd mee begaan zijn. Nee, alles is opgeslokt door één fixatie: Gaza, Gaza, Gaza. Een sekte die zichzelf op de wereldkaart heeft gezet door extatisch de slogans van Hamas te herhalen.
Wat zouden de filosofen zeggen? Sartre zou hen verwijten dat ze hun vrijheid verraden door zich tot slaaf te maken van een fanatieke ideologie. Camus zou hen ontmaskeren als absurde dwazen die, in hun jacht naar absolute rechtvaardigheid, juist geweld verheerlijken. Nietzsche zou hen wegzetten als slavenmoraal in actie: kuddegeesten die zich sterk wanen, maar in werkelijkheid hun nihilisme verbergen achter slogans. Heidegger zou hen ontmaskeren als das Man, verloren in de massa, opgeheven in hysterie, weg van authenticiteit. En De Beauvoir zou spotten met hun selectieve compassie: feministen met regenboogvlaggen die applaudisseren voor patriarchale, homofobe regimes.
En laten we Hannah Arendt niet vergeten. Zij zou het banale fanatisme aanwijzen: gewone mensen, vrolijke studenten en verveelde huisvrouwen, die in extase veranderen in activistische monsters die je buren zijn. Niet omdat ze slecht geboren zijn, maar omdat ze weigeren zelf te denken en zich verschuilen achter de morele collectiviteit van “het goede doel”.
Maar het meest actuele commentaar komt misschien wel van Carl Schmitt: politiek gaat uiteindelijk om de vijand. En deze activisten hebben die vijand al lang gekozen. Israël is voor hen niet een land of een staat, maar het ultieme kwaad dat uitgeroeid moet worden. Met zo’n vijandsbeeld is dialoog onmogelijk. Dan rest alleen terreur en strijd.
En wat doen wij, de stille redelijke samenleving?
We kijken toe. We knikken begripvol. We praten het goed. “Ze hebben emoties.” “Het komt voort uit compassie.” “We moeten tolerant zijn.” Maar tolerantie voor intolerantie is zelfmoord. Het is lafheid vermomd als deugd.
Het moet ophouden. Dit zijn geen gewone demonstranten. Dit zijn menselijke buskruitbommen. Fundamentalistische fanaten die de vrijheid misbruiken om diezelfde vrijheid op te blazen. We hoeven niet te wachten tot de eerste dode valt om te erkennen wat hier gebeurt: dit ís terreur. Het lost de complexe Midden-Oosten problemen niet op, maar zorgt wel voor ernstige botsingen in westerse landen.
De Vuelta is niet alleen een sportfeest, het is een waarschuwing. Hoeveel waarschuwingen hebben we nog nodig? Het is altijd hetzelfde verhaal: het begint met vlaggen, eindigt met bloed. En als de eerste nieuwe aanslag komt, als de eerste bom barst, zullen de Gaza-sekteleden opnieuw roepen: “Ze hebben het uitgelokt.”
Nee. Zij en wij hebben niets uitgelokt. Zij en wij leven, we vieren vrijheid, we dansen, we zingen, we fietsen, we zijn vrij. Het zijn de fundamentalistische activisten die onze samenleving tot proxy slagveld willen maken. En als we hen hun gang laten gaan, krijgen ze dat ook. De denocratische rechtsstaat laat demonstranten toe, maar er zijn rode grenzen om de werking van de democratische rechtsstaat te beschermen.
Bernd Timmerman, historicus & socioloog
Reactie plaatsen
Reacties