“Gaza is sedert duizenden jaren een belangrijke en dichtbevolkte stad. Daar vindt men overal sporen uit het verleden. Al voor de oorlog zijn veel vindplaatsen verwoest. Hamas heeft onder de ogen van de VN honderden kilometerslange tunnels gegraven en daarbij alles vernietigd wat hen in de weg stond.” Aan het woord is professor Joseph Maran, hoogleraar voor prehistorie en vroege geschiedenis aan de Universiteit van Heidelberg. Ergo, Hamas, de alverwoester.
De uitspraak van Maran is opgetekend in het interessante artikel van Stefan Laurin over Israël als strijdpunt binnen de EAA ofwel de Europese Associatie van Archeologen (Jungle World, Ausgabe # 2025/37). De intro vermeldt dat het maar een haartje scheelde of Israëlische archeologen hadden niet kunnen deelnemen aan de jaarvergadering (2-6 september) van de EAA. Dankzij resolute voorsprekers, collega’s annuleerde het bestuur van de EAA een eerder besluit om “de institutionele samenwerking met Israël voorlopig op te schorten”. De laatste zin van de intro klinkt daarentegen weer niet zo optimistisch: “Echter, het conflict woekert voort.”
De EAA telt 11.000 leden uit 60 landen. Ze is een van de belangrijkste verenigingen van archeologen ter wereld, informeert Stefan Laurin. In 1994 in Slovenië opgericht, komen de leden van de EEA jaarlijks bijeen. Dit jaar zou dat in Servië gebeuren, maar vanwege de instabiele situatie in Belgrado troffen de archeologen elkaar virtueel. “Maar dat was niet de enige bijzonderheid”, merkt Laurin op. “Zoals in andere multilaterale verbanden werd ook in de EAA over Israël getwist.”
Wat was er aan de hand? Op 18 augustus bereikte het bestuur van de EAA per brief de eis de grondbeginselen van de BDS-beweging toe te passen. Het initiatief voor dit schrijven kwam van een anonieme activistengroep. Rond 1200 archeologen riepen de EAA op haar betrekkingen met Israëlische instituten op te zeggen respectievelijk op te schorten en “vertegenwoordigers van deze instituten uit te sluiten van het lidmaatschap van de EAA, van comités en conferenties, inclusief de jaarvergadering in Belgrado”.
Eind augustus ging het bestuur van de EAA door de knieën en nam het al eerder gememoreerde besluit de institutionele samenwerking met Israël op te schorten. Collega’s van Israëlische instituten werd evenwel de mogelijkheid geboden op persoonlijke titel aan de jaarvergadering deel te nemen. Onder de letterlijke voorwaarde dat “in alle EAA-conteksten” elke vermelding van “een verbondenheid met een Israëlische instelling vermeden wordt”.
Weer leek de BDS-beweging succes te boeken. Leek…, want steeds meer EAA-leden keerden zich tegen het besluit van het bestuur. In schriftelijke verklaringen namen zij het voor hun Israëlische collega’s op. Zij wezen daarbij op Israëls recht op zelfverdediging, bestempelden de verbanning als een vernedering en beklemtoonden dat deze vorm van uitsluiting geldend recht schond. Deze ferme inzet loonde. Op 1 september deelde de EAA mee dat de besluiten tegen Israël overhaast getroffen zouden zijn en werden ze onder excuus ingetrokken: “Wij betreuren ten zeerste elke schade voor onze getroffen collega’s, waarmee we binnenkort contact zullen opnemen.”
Jungle World sprak met een van de verdedigers van de Israëlische archeologen, Florian Klimscha van de Georg-August-Universiteit in Göttingen. Klimscha heeft zelf ook aan archeologische opgravingen in de Joodse staat deelgenomen. “Het optreden van de EAA tegenover de Israëlische collega’s is ongehoord. Zoiets heeft zich bij andere conflicten nog nooit voorgedaan.” De privédocent is ontgoocheld over deze ontwikkeling: “Op 7 oktober 2023 geloofde ik zoals velen dat er een solidarisering met Israël zou komen.” Die is overigens uitgebleven.
Nog in 2023 ondertekende Klimscha samen met 2400 andere wetenschappers een verklaring tegen antisemitisme. Een van de ondertekenaars ontving daarop een doodsbedreiging, vertelt Klimscha aan Laurin. De archeoloog toont zich daarover niet erg verrast. Zijn vakgebied staat immers al lange tijd in het centrum van politieke discussies. Juist in het Midden-Oosten. “Wie in Syrië wilde graven, mocht geen contacten met Israël onderhouden”, geeft Klimscha aan. Dat weerhield hem er niet van juist conferenties te organiseren met Arabische en Israëlische archeologen. “Die hebben zich steeds goed met elkaar verstaan.”
Voor zijn vakgebied spelen actuele politieke vragen als ‘wie woonde waar het eerst in de regio’ geen rol, stelt Klimscha. “Tot in de late bronstijd zijn er voor de toenmalige mensen in de regio simpelweg geen aanduidingen die iets met onze huidige nationaliteitsbegrippen van doen hebben.” Pas in de IJzertijd duiken namen op die wij vandaag de dag nog kennen: Israëlieten, Perzen, Grieken.
Het is niet de Arabische archeologie, maar de politieke propaganda geweest, zo zet Klimscha uiteen, die de legende de wereld heeft ingebracht dat de Palestijnen de afstammelingen zouden zijn van de Filistijnen, omdat Rome na de verwoesting van de Tweede Tempel het koninkrijk Juda omdoopte in Palestina. “De Romeinse provincie Palestina is afgeleid van de Filistijnen en die hebben natuurlijk niets met de vandaag daar wonende Palestijnen van doen.” In de Oudheid vestigden de Filistijnen zich als Europese immigranten in de Levant rond 1200 voor Christus.
Zulke feitelijke kennis is evenwel niet besteed aan de gangmakers van BDS-beweging. Professor Joseph Maran uit Heidelberg wijst op haar hechte organisatie. De campagne om de EAA voor haar karretje te spannen, illustreert dat zijns inziens. Volgens diezelfde campagne woonden de Palestijnen altijd al in de regio en zouden de Joden daar niets te zoeken hebben. Vooral op jonge academici heeft dat een verwoestende uitwerking. En passant speelt voor Israëlische archeologen, althans die Maran persoonlijk kent, de kwestie van gebiedsaanspraken op grond van archeologische vondsten helemaal geen rol.
Joseph Maran keert zich ook klip en klaar tegen een eenzijdige veroordeling van Israël als dat om de verwoesting van archeologische vindplaatsen in Gaza gaat. “Gaza is sinds duizenden jaren een belangrijke en dichtbevolkte stad. Daar vindt men overal sporen uit het verleden.” Al voor de oorlog zijn veel vindplaatsen verwoest. “Hamas heeft onder de ogen van de VN honderden kilometerslange tunnels gegraven en daarbij alles vernietigd wat hen in de weg stond.” Dat leidde niet tot protest onder archeologen. “Kritiek kwam pas op toen zij zich tegen Israël kon keren”, constateert Maran.
Ook in delen van zijn vakgebied is postkoloniaal denken binnengesijpeld, stelt archeoloog Maran vast. Israël zou volgens die ideologie (historische falsificatie) een door blanken gestichte kolonie zijn. “Dat de helft van de Israëli’s niet uit Europa komt, maar uit de Arabische wereld, en ook dat de uit Europa afkomstige Joden van daar werden verdreven omdat ze als ‘Aziatische indringers’ werden gestigmatiseerd, wordt evenzo genegeerd als het Osmaanse kolonialisme én de islamisering en arabisering van de hele regio, die tot onderdrukking en vernietiging van vele volkeren leidde”, doceert Maran.
Op de laatste avond van de EAA-conferentie roerden pro-BDS archeologen zich opnieuw. Ze eisten het aftreden van het bestuur en een Amerikaanse hoogleraar noemde de collega’s die het hadden opgenomen voor de Israëlische wetenschappers maar eventjes “pro genocide fascists”. “Echter, hun uitsluiting kon hij niet bewerkstellingen”, besluit Stefan Laurin fijntjes!
Bron: Stefan Laurin, “Der europäische Archäologenverband streitet über Israel”, Jungle World, # 2025/37, 11 september 2025.
Reactie plaatsen
Reacties