
Op donderdag 18 september presenteerde prof. dr. Guy Katz tijdens een persconferentie in München als initiator een vijfpuntenplan voor concreet optreden tegen antisemitisme in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. Ruim 200 organisaties behoren tot de eerste ondertekenaars van het plan.
Het netwerk van Joodse docenten in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland, de Joodse Studentenunie in Duitsland alsmede de Conferentie van Europese Rabbijnen verleenden hun medewerking aan het plan, naast de instanties Tikvah Institut en Werteinitiative – jüdisch-deutsche Positionen. Als “Schirmherren” (beschermheren) treden drie prominenten op: dr. Charlotte Knobloch (presidente van de Israëlitische Cultusgemeente in München en Oberbayern), dr. Felix Klein (gezant van de bondsregering voor Joods leven in Duitsland en de strijd tegen antisemitisme) en dr. Wolfram Weimer, minister van Cultuur van de Bondsrepubliek Duitsland).
De vijf voorstellen worden voorafgegaan door de volgende tekst:
“Jodenhaat is in Europa weer alledaags geworden – op het net, op de straten, in klaslokalen, collegezalen en zelf in staatsinstellingen.
Wij – vertegenwoordigers uit politiek, samenleving en instituties van de DACH-regio- dragen verantwoording uit de geschiedenis en voor het Joodse leven van vandaag.
Wij dulden geen Jodenhaat -ongeacht in welke vorm. Voor de herkenning daarvan is de IHRA-werkdefinitie van antisemitisme maatgevend. Wij willen gezamenlijk handelen – concreet, zichtbaar en betrouwbaar.”
De vijf punten voor concreet optreden tegen Jodenhaat behelzen:
*versterking van onderwijs/vorming en persoonlijke contacten;
*recht en bescherming van Joods leven waarborgen;
*Joods leven zichtbaar en veilig in de publieke ruimte verankeren;
*bevordering van partnerschappen en Joodse cultuur;
*de uitbouw van monitoring van Jodenhaat en daartegen grensoverschrijdend optreden.
Onder alle vijf punten volgen in detail tal van voorstellen, in totaal maar liefst 17!
Belangrijke wensen, urgente ideeën zijn:
-opname van verplichte leerstof over Joods leven, Israëlische geschiedenis en antisemitisme in de lesprogramma’s voor ambtenaren, in het bijzonder bij de opleiding van leraren, bestuursambtenaren, politiefunctionarissen en rechters;
-op iedere hogeschool dient een gekwalificeerde “Antisemitismusbeauftragte” (gevolmachtigde voor de strijd tegen Jodenhaat) te worden aangesteld, na afstemming met de organisaties van Joodse docenten en studenten;
-kennismakingsprogramma’s met Israël, vooral voor scholieren, studenten, justitie en politie, moeten worden uitgebouw en gestimuleerd;
-bevordering van onderwijsmateriaal dat de Israëlische geschiedenis, de Joodse verscheidenheid en het Midden-Oostenconflict op de feiten gebaseerd en vanuit verschillende perspectieven weergeeft, afgeschermd tegen ideologische vervalsingen;
-ook bij de politie, de rechterlijke macht en het landsbestuur moeten “Antisemitismusbeauftragte” worden ingezet;
-de oproep tot de vernietiging van een staat, in het bijzonder van Israël, moet eenduidig als misdaad worden geregistreerd;
-het delict van aanzetten tot haat moet worden uitgebreid: ook aanvallen op Joodse bevolkingsgroepen in het buitenland -waaronder in Israël- moeten worden vervolgd;
-het oproepen tot boycot, in het bijzonder tegen Israël, vooral op hogescholen of in de cultuursector dienen verboden te worden;
-manifestaties waarbij haat tegen Joden wordt gepropageerd of de vernietiging van Israël, dienen consequent verboden te worden, onafhankelijk van enige culturele, wetenschappelijke of politieke context;
-synagoges en gedenkplaatsen moeten actief beschermd worden, door de politie, maar ook door anticiperende stedebouwkundige maatregelen;
-de uitoefening van de Joodse religievrijheid dient veiliggesteld te worden in het Feiertagsrecht (regeling officiële feestdagen);
-geen publieke gelden zullen er vloeien naar antisemitische projecten;
-uitbouw en versterking van de wetenschappelijke samenwerking tussen universiteiten en onderzoeksinstituten uit Israël en uit Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland, zowel uit de EU;
-Joods leven heeft een plek nodig – ook in de publiek ruimte; culturele manifestaties van Joodse organisaties dienen zichtbaar en veilig te kunnen plaatsvinden – met publieke ondersteuning;
-bevordering van stedelijke partnerschappen met Israël – bijvoorbeeld met Haifa, Tel Aviv of Beer Sheva- en die mogen niet onder politieke druk komen te staan;
-bevordering van de verdere uitbouw van het European Network for Monitoring Antisemitism (ENMA), een initiatief van het invloedrijke recherche- en informatiecentrum antisemitisme in Duitsland (RIAS);
-politie, justitie en onderwijsinstellingen moeten (gaan) netwerken over de landsgrenzen heen en daarbij Israëlische partners betrekken.
Vetgedrukt eindigt het waardevolle, stimulerende document tegen de voortwoekerende Jodenhaat als volgt:
“Deze verklaring is geen symbool. Ze is een belofte tot handelen.
Wij zullen antisemitische daden en woorden niet relativeren, niet negeren – maar deze vastberaden aanpakken.
Wij staan voor de bescherming van Joods leven -hier bij ons en wereldwijd- en voor de veiligheid van Israël als Joodse en democratische staat.
Verantwoordelijkheid blijkt niet uit intentieverklaringen – maar uit daden.”
Bron: zie website https://dachgegenhass.com
Reactie plaatsen
Reacties