“Alleen de overlevenden zullen spreken” – Over de herdenking van de bevrijding van Auschwitz-Birkenau, 80 jaar geleden

Gepubliceerd op 6 januari 2025 om 21:22

“De overlevenden hebben het woord – waarschijnlijk voor de laatste keer.” Piotr Cywiński, directeur van het museum en de gedenkplaats Auschwitz-Birkenau, verwacht tientallen staats- en regeringsleiders op 27 januari 2025 bij de officiële herdenking van de bevrijding van het Holocaustkamp, 80 jaar geleden. “Zij zullen niet op het podium staan. Alleen de overlevenden zullen spreken. De focus zal niet politiek zijn, maar moreel. Daarnaast zijn er discussies, maar slechts historisch, geen politieke.”

Begin dit jaar, op 2 januari precies, publiceerde de Süddeutsche Zeitung (SZ) een uitvoerig vraaggesprek met Cywiński. We lichten er aantal passages uit.

Al bijna achttien jaar leidt de Poolse historicus (mediëvist van origine) het museum en de gedenkplaats Auschwitz-Birkenau. Hij beschouwt zijn werk als een missie. “Een normale baan is het niet. Het gaat om 1,3 miljoen slachtoffers, aan wie men zich verplicht voelt, vooral nu er nog slechts weinige overlevenden zijn. Het doel van dit gedenken staat in de huidige wereld centraal.”

Overigens aanvaardde Cywiński op uitdrukkelijk verzoek aan overlevenden van Auschwitz-Birkenau zijn huidige functie. “Eerst wilde ik “nee” zeggen. Ik houd me als historicus met de middeleeuwen bezig, dat is iets heel anders dan wat ik nu doe. Maar uiteindelijk kan men zo’n aanbod van overlevenden niet afwijzen.”

Valt Auschwitz wel te verklaren, wil SZ van de directeur weten. Zijn antwoord: “Hoe langer ik hier ben, denk ik: wie Auschwitz als iets omschrijft dat niet verklaarbaar is, die probeert de werkelijkheid te ontwijken. Auschwitz is veel naderbij dan het schijnt.”

 Cywiński illustreert dat met de oorlogen, het bloedvergieten van onze tijd. Echter, hij geeft tegelijk het onderscheid met Auschwitz duidelijk aan: de vernietiging daar was industrieel. “En Auschwitz toont aan: dat gaat, men kan dat doen, men kan industrieel vernietigen, men kan deze machine bouwen.”

Om het punt te adstrueren, voert Cywiński aan dat Duitsland maar zes jaar nodig had na Hitlers machtsovername om de Tweede Wereldoorlog te beginnen. Vandaag de dag is veel minder voorbereidingstijd nodig voor een maatschappij om tot zulke daden bereid te zijn, meent hij. Zie slechts de nieuwe trends in de massamedia…

Cywiński acht het een privilege nog vele Shoa-overlevenden, die inmiddels ontvallen zijn, persoonlijk te hebben ontmoet. Een vader voor hem was de in 2015 overleden Poolse oud-minister van Buitenlandse Zaken, Wladyslaw Bartoszewski. “Hij is een sleutelfiguur in Polen. Hij was soldaat, historicus en na de oorlog in de anticommunistische oppositie, waardoor hij zeven jaar gevangenzat. Hij engageerde zich voor de dialoog tussen Polen en Israël, tussen de Polen en de Joden.”

Op navraag van SZ benadrukt de directeur dat hij zowel kennisoverdracht over de Holocaust nastreeft als het persoonlijke gedenken van de slachtoffers. “Het doel is bij onze bezoekers het bewustzijn te wekken voor datgene wat er gebeurd is.”

Deze dubbele taakstelling vergt intussen de immense opdracht tot restauratie van Auschwitz-Birkenau. “Het gaat om een gebied van bijna 200 hectare met meer veel meer dan 100 gebouwen en honderdduizenden objecten en voorwerpen”, licht Cywiński toe. “Recent werd in Parijs een kathedraal gerenoveerd en allen zijn gelukkig. Echter, wij staan hier dagelijks voor de taak de actuele toestand, niet een vroegere, te consolideren, zodat niet nog meer uiteenvalt. We moeten bijvoorbeeld 110.000 schoenen conserveren. En voor elke schoen zijn er een paar dagen nodig – een belastende arbeid. Het spreekt niet voor zich dat conservatoren hierheen komen, nadat ze vijf jaar hebben gestudeerd om mooie dingen als kathedralen of schilderijen te renoveren.”

Om de gedenkplaats en museum Auschwitz-Birkenau in stand te houden is jaarlijks een bedrag nodig van minstens 4 tot 5 miljoen, informeert de directeur. “Vijftien jaar geleden hebben we een stichting opgericht. We hebben meer dan 40 landen gevraagd ons te ondersteunen. Het is een gevecht tegen de tijd, omdat deze objecten uiteenvallen door de zuurstof waar ze aan blootstaan. Een tandenborstel bijvoorbeeld is niet voor de eeuwigheid gemaakt. Wij staan voor problemen, waar we nog geen oplossing voor hebben.”

Gaat het bij deze grote investeringen in conservatie om de waardigheid van de slachtoffers of om het veiligstellen van bewijsmateriaal dat Auschwitz bestond, legt SZ Cywiński voor. Beide redenen zijn belangrijk, repliceert de directeur. “”Maar er is nog een derde. Wij hebben voor de herinnering de ervaring van iets authentieks nodig. Men kan op school veel leren over de Holocaust. Er zijn boeken, films en op de hele wereld musea. Echter, wij lenen objecten als een schoen of een koffer aan musea uit. Dat maakt veel meer indruk dan een kaart of een beeldscherm. Wie naar Auschwitz komt, ziet deze voorwerpen en maakt een reis door de authenticiteit. Daarna veranderen de bezoekers wellicht een beetje.”

Of de Russische president Wladimir Poetin ook uitgenodigd is voor de herdenking, vraagt SZ. Per slot van rekening bevrijdde het Rode Leger Auschwitz. Cywiński: “Zeker niet. Het is de jaarlijkse herdenking van de bevrijding. Mensen, die de waarde van vrijheid niet begrijpen, hebben hier niets te zoeken. Het zou cynisch als Poetin er zou zijn. Het was het leger dat Auschwitz bevrijdde, dat bestond voor ongeveer 41 procent uit Russen en voor 39 procent uit Oekraïners. Poetin voert vandaag een oorlog voor Rusland en vermoordt onder anderen de nog levende bevrijders in Oekraïne.”

En passant wijst de directeur erop dat momenteel praktisch geen Russen Auschwitz bezoeken, daarentegen meer Oekraïners en mensen uit “democratisch Europa”. Velen leggen een verband tussen Auschwitz en wat vandaag in Oekraïne gebeurt, licht hij toe. “Vooral wat betreft de schendingen van de mensenrechten, denkt u aan Boetsja of de duizenden ontvoerde kinderen.”

Een laatste vraag van SZ aan Piotr Cywiński betreft de nabije toekomst als er geen Shoa-overlevenden van Auschwitz-Birkenau meer zullen zijn. Hoe bereidt de directeur zich daarop voor? “De overlevenden hebben hun werk gedaan”, reageert hij. “Zij hebben duizenden boeken gepubliceerd en getuigenis afgelegd. Ze hebben met die mensen gesproken, die over Auschwitz wilden praten, ze hebben hun hele leven in dienst van de herinnering gesteld. Het is tijd dat wij volwassen worden en onszelf om deze geschiedenis bekommeren. Ook wanneer dat niet eenvoudig wordt. Het is onze geschiedenis, onze verantwoording. Wij kunnen niet meer slechts luisteren naar de overlevenden.”

Bron: “Auschwitz ist viel näher, als es scheint”, interview van Christof Münger met de Poolse historicus en directeur van de gedenkplaats en museum Auschwitz-Birkenau Piotr Cywiński in de Süddeutsche Zeitung van 2 januari 2025.

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.